11 oktober 2008

Kruistochten


Kruistochten: de feiten - deel 1
Islamitische radicalen noemen westerlingen graag ‘kruisvaarders’, waarmee zij willen herinneren aan de donkere Middeleeuwen toen duizenden christenen onder het teken van het kruis dood en verderf zaaiden. De Amerikaanse katholiek Robert Spencer, kenner van de islam, probeert dat beeld al jaren recht te zetten.
Robert Spencer scoorde hoog op de bestsellerlijst van de New York Times met zijn ‘Politiek incorrecte gids voor de islam (en de kruistochten)’. Hij heeft een reeks publicaties op zijn naam staan die goed onderbouwd waarschuwen voor de jihad en de gewelddadige kanten van de islam. Persbureau Zenit sprak met hem.

Waren de kruistochten geen ordinaire aanvalsoorlogen?
“Nee. Paus Urbanus II, die opriep tot de Eerste Kruistocht op het Concilie van Clermont in 1095, spoorde aan tot ingrijpen ter verdediging, hoewel dat toen al te laat was. Die kruistocht was nodig omdat zonder verdedigend ingrijpen ‘de gelovigen van God op veel grotere schaal zullen worden aangevallen.’
De Turken en Arabieren hebben ‘hen aangevallen en het Griekse rijk veroverd. (...) Ze hebben steeds meer land van de christenen bezet, en hen in zeven veldslagen verslagen. Ze hebben velen gedood en gevangengenomen, de kerken vernietigd en het rijk verwoest. Als u toelaat dat zij nog een tijdje ongestraft zo doorgaan, zullen de gelovigen van God op nog grotere schaal door hen worden aangevallen.’
Paus Urbanus had gelijk. De jihad had vanaf de zevende eeuw tot dan meer dan de helft veroverd en geïslamiseerd wat van het christendom was geweest.”

Kunt u een paar bekende misvattingen over de kruistochten noemen?
“Een van de bekendste is het idee dat de kruistochten een niet-uitgelokte aanval waren van Europa tegen de islamitische wereld. De verovering van Jeruzalem in 638 was het begin van honderden jaren van agressie door de moslims, waardoor de christenen in het Heilig Land in een spiraal van steeds zwaarder wordende vervolging terechtkwamen. Aan het begin van de achtste eeuw werden zestig christelijke pelgrims uit Amorium (Isarkoy in het huidige Turkije) gekruisigd; omstreeks die tijd gebeurde het ook dat de islamitische gouverneur van Caesarea een groep pelgrims uit Iconium (Konya, Turkije) aanviel en hen allemaal liet executeren op beschuldiging van spionage – behalve een klein aantal dat zich bekeerde tot de islam.
Moslims eisten ook geld van de pelgrims onder het dreigement de Verrijzeniskerk te plunderen als ze niet zouden betalen. Later in de achtste eeuw verbood een islamitische heerser afbeeldingen van het kruis in Jeruzalem. Hij verhoogde ook de belasting op niet-moslims – de jizya – die christenen moesten betalen en verbood de christenen hun kinderen en medegelovigen godsdienstonderwijs te geven.
Vroeg in de negende eeuw werden de vervolgingen zo zwaar dat grote aantallen christenen naar Constantinopel en ander christelijke steden vluchtten. In 937 hield een groep moslims in Jeruzalem huis, en plunderden en verwoestten de kerk op de Calvarieberg en de Verrijzeniskerk.

In 1004 beval de kalief van Fatimid, Abu ‘Ali al-Mansur al-Hakim, dat de kerken verwoest moesten worden en de kruisen verbrand, en dat het kerkelijk bezit in beslag moest worden genomen. In de tien jaar die volgden werden 30.000 kerken verwoest, en een reusachtig aantal christenen bekeerde zich tot de islam, eenvoudigweg om hun leven te redden. In 1009 gaf al-Hakim het bevel dat de Heilig Grafkerk in Jeruzalem verwoest moest worden, samen met een aantal andere kerken, waaronder de Verrijzeniskerk. In 1056 verbanden de moslims driehonderd christenen uit Jeruzalem, en ontzegden Europese christenen de toegang tot de herbouwde Heilig Grafkerk.

Toen de Seltsjoek-Turken Jeruzalem innamen in 1077 beloofde de Seltsjoekse emir Atsiz bin Uwaq dat de inwoners geen kwaad gedaan zou worden, maar zodra zijn troepen de stad binnen waren vermoordden zij drieduizend mensen. Een andere bekende misvatting is dat de kruistochten dienden om moslims met geweld te dwingen christen te worden. In alle verslagen die van de pauselijke toespraak op het concilie van Claremont bekend zijn, schittert een dergelijk bevel door afwezigheid. Niet eerder dan honderd jaar na de Eerste Kruistocht, in de dertiende eeuw, deden Europese christenen een eerste georganiseerde poging moslims tot het christendom te bekeren, toen de franciscanen hun missiewerk onder moslims begonnen in de landen die de kruisvaarders in handen hadden. Deze poging bleef grotendeels zonder succes.”

En de bloedige plundering van Jeruzalem door de kruisvaarders dan?
“De herovering van Jeruzalem in 1099 is vaak afgeschilderd als uniek in de middeleeuwse geschiedenis, en als de oorzaak van islamitisch wantrouwen jegens het Westen. Het zou misschien correcter zijn te zeggen dat dat het begin was van duizend jaar antiwesterse grieven en antiwesterse propaganda. De plundering van Jeruzalem door de kruisvaarders was een afschuwelijke misdaad, vooral in het licht van de godsdienstige en morele principes waar zij voor zeiden te staan. Maar gemeten naar de militaire standaard van die tijd, was het niet iets buitengewoons. In die dagen was het een algemeen aanvaard beginsel van oorlogsvoering dat, indien een belegerde stad zich verzette, die stad geplunderd mocht worden, terwijl als zij zich niet verzette, gespaard zou blijven. Wie de feiten nagaat, ziet dat islamitische legers regelmatig op precies dezelfde manier handelden als ze een veroverde stad binnengingen.

Dit is geen excuus voor het gedrag van de kruisvaarders door te wijzen op gelijkaardig gedrag. De ene wreedheid excuseert de andere niet. Maar het illustreert wel dat het handelen van de kruisvaarders in Jeruzalem overeenkwam met dat van andere legers in die tijd, aangezien alle staten dezelfde regels over beleg en verzet onderschreven. In 1148 aarzelde de islamitische bevelhebber Nur ed-Din niet het bevel te geven dat elke christen in Aleppo moest worden gedood. In 1268, toen de jihad-strijders van de sultan van de Mamluk-stam, Baybars, de stad Antiochië op de kruisvaarders veroverden, ergerde Baybars zich eraan dat de leider van de kruisvaarders de stad al had verlaten. Dus schreef hij hem een brief waarin hij opschepte over zijn slachtingen onder de christenen. De meest notoire gebeurtenis wat dit aangaat is de intocht van de jihad-strijders in Constantinopel op 29 mei 1453, toen zij, volgens historicus Steven Runciman, “iedereen vermoordden die ze in de straten tegenkwamen, mannen, vrouwen en kinderen, zonder onderscheid”.

Veel mensen geloven dat Johannes Paulus II verontschuldigingen heeft aangeboden voor de kruistochten. Is dat zo?
“Bij zijn overlijden schreef de Washington Post dat ‘gedurende zijn lange regering paus Johannes Paulus excuses heeft aangeboden aan de moslims voor de kruistochten, aan de joden voor antisemitisme, aan orthodoxe christenen voor de plundering van Constantinopel, aan de Italianen voor de banden van het Vaticaan met de maffia en aan wetenschappers voor de vervolging van Galileo’. Johannes Paulus heeft echter nooit verontschuldigingen aangeboden voor de kruistochten. Het dichtst daarbij kwam hij op 12 maart 2000, de ‘Dag van Vergiffenis’. In zijn preek zei de paus: ‘We kunnen niet anders dan de momenten van ontrouw aan het evangelie erkennen die begaan zijn door sommige van onze broeders in het geloof, in het bijzonder gedurende het tweede millennium. Laten we vergeving vragen voor de scheidingen die er onder christenen zijn ontstaan, voor het geweld dat sommigen hebben gebruikt in de dienst aan de waarheid en voor de wantrouwige en vijandige houding die soms is aangenomen jegens aanhangers van andere religies.’Dit kun je geen helder excuus voor de kruistochten noemen.”

Hoe kijken de moslims tegen de kruistochten aan?

“Eeuwenlang, toen het Ottomaanse rijk bloeide, waren de kruistochten geen issue in de islamitische wereld. Ze waren uiteindelijk op een westerse nederlaag uitgelopen. Maar toen de islamitische wereld aan militaire sterkte inboette en uiteenviel, en het Westen opkwam, zijn zij een brandpunt geworden van islamitische wrokgevoelens over door hen zo opgevatte westerse aanmatiging en uitbuiting.”




Tot op welke hoogte maken extremisten daar gebruik van?
“Het zou goed kunnen dat de gevolgen van de kruistochten vandaag de dag vernietigender zijn dan in de drie eeuwen waarin ze werden uitgevochten, maar niet in termen van mensenlevens of materiële schade. De kruistochten zijn tot een doodzonde geworden, niet alleen van de katholieke Kerk maar ook van de westerse wereld in het algemeen. Zij vormen bewijsstuk nummer 1 voor de stelling dat de huidige strijd tussen de islamitische wereld en de westerse, postchristelijke beschaving uiteindelijk de schuld van het Westen is, die moslims heeft uitgedaagd, uitgebuit en wreed behandeld sinds de eerste Frankische strijders Jeruzalem binnentrokken.
Osama bin Laden heeft niet gesproken over zijn organisatie als al-Qaeda, maar als een ‘mondiaal islamitisch front voor de Heilige Oorlog tegen joden en kruisvaarders’, en riep in een fatwa op tot ‘jihad tegen joden en kruisvaarders’. Dit is wijdverbreid. Op 8 november 2002, een paar maanden voor de oorlog in Irak die Saddam Hoessein ten val bracht, preekte sjeik Bakr Abed Al-Razzaq Al-Samaraai in de ‘Moeder van alle Veldslagen’-moskee in Bagdad over ‘dit moeilijke moment van de islamitische natie, waarin het de uitdaging onder ogen ziet van de krachten van ongeloof van ongelovigen, joden, kruisvaarders, Amerikanen en Britten’.

Iets dergelijks zeiden de strijders van ‘De Islamitische Jihad’ die in december 2004 het Amerikaanse consulaat in Jeddah, Saoedi-Arabië, bestormden. De aanval maakte deel uit van een breder plan om terug te slaan tegen de ‘kruisvaarders’. ‘Deze operatie maakt deel uit van verscheidene operaties die georganiseerd en gepland worden door al-Qaeda als onderdeel van de strijd tegen de kruisvaarders en de joden, en tevens van het plan om ongelovigen te dwingen het Arabisch schiereiland te verlaten’, zeiden de jihadstrijders in een verklaring. Ze voegden eraan toe dat jihadstrijders ‘erin geslaagd waren een van de grote kastelen van de kruisvaarders op het Arabisch schiereiland binnen te dringen en erin geslaagd waren het Amerikaanse consulaat in Jeddah binnen te dringen, waarvandaan zij het land controleren en in hun macht houden’.

Met dit voor ogen zouden westerlingen niet zich niet voor de kruistochten moeten schamen. Het is tijd om ‘genoeg’ te zeggen, en onze kinderen te leren trots te zijn op hun eigen erfdeel. Ze moeten weten dat ze een cultuur en een geschiedenis hebben waarvoor ze dankbaar kunnen en zouden moeten zijn; dat ze geen kinderen en kleinkinderen van onderdrukkers en schurken zijn; en dat hun huis en familie het waard zijn om te verdedigen tegen hen die ze wil afpakken, en bereid zijn te doden om dat te bereiken.”



Kruistochten: de feiten - deel 2
De tijdlijn van de islamitische kruistochten
James M. Arlandson

Historische feiten vertellen ons dat de islam imperialistisch was en dat nog steeds wil zijn, al was het alleen om religieuze redenen. Moslimpropagandisten willen bijvoorbeeld graag de islamitische wetgeving over de gehele wereld invoeren. Historische feiten vertellen dat de islam, inclusief Mohammed, haar eigen kruistochten voerde tegen het christendom, lang vóór de Europese kruistochten.

Vandaag de dag beweren moslimpolemici en -missionarissen, die geloven dat de islam de beste religie ter wereld is dat het Westen de islamitische landen gestolen heeft en dat (alleen) het Westen imperialistisch is; ze lijken te impliceren dat deze landen sinds mensenheugenis in handen van moslims zijn geweest, wellicht al sinds Adam en Eva.

Een moslim e-mailer schreef me over het ontwikkelde westen en de onontwikkelde islamitische landen: “Jullie hebben onze landen gestolen” waarna hij de toets met het uitroepingsteken langdurig indrukte. Dus imperialisme, een woord dat bovennatuurlijke proporties heeft bereikt, alle discussie overbodig maakt en alle vragen beantwoordt, verklaart waarom de islamitische landen het Westen niet hebben kunnen bijhouden. De e-mailer keek echter niet naar binnen, alsof zijn eigen cultuur of religie misschien een rol spelen. In plaats daarvan is het altijd de schuld van het Westen.

Westerlingen, zelfs academici van een 'bepaalde soort', zijn het eens met het idee dat alleen het Westen agressief was. Het lijkt alsof de islam altijd onschuldig en passief is. Het is moeilijk te achterhalen wat de oorzaak is van deze westerse zelfhaat. Het is echter een pathologie die westerlingen meer lijkt te raken dan andere mensen op de wereld. Deze antiwesterse pathologie uit zich in de westerse haat voor de Europese kruistochten in de middeleeuwen.

Toegegeven, er is veel om je van af te keren in de Europese kruistochten. Als het wordt vergeleken met de missie en het geestelijke ambt van Jezus en de eerste generaties van christenen dan geven de kruistochten een slechte indruk. Maar lanceerden de Europeanen de eerste kruistochten op dwaze en bloeddorstige en irrationele manier of waren er meer dringende redenen? Waren zij de enigen die militant waren? Het doel van dit artikel is niet het rechtvaardigen of verdedigen van de Europese kruistochten, maar om ze gedeeltelijk uit te leggen - hoewel geleerden een heel eind kunnen gaan in het verdedigen en rechtvaardigen van de kruistochten.

In dit artikel betekent het woord “kruistocht” in een islamitische context heilige oorlog of djihaad. Het wordt gebruikt als een tegenwicht voor de moslimbeschuldiging dat alleen de Europeanen kruistochten voerden. Moslims lijken te vergeten dat zij hun eigen hadden, eeuwen voordat de Europeanen die van hun lanceerden als een verdediging tegen de islamitische expansie.

Deze gedeeltelijke tijdlijn gaat tot het eerste Europese antwoord op islamitisch imperialisme wanneer paus Urbanus II zijn eerste kruistocht lanceert in 1095. De tijdslijn blijft voornamelijk binnen de tijdslijn van het Grotere Middenoosten. De vetgedrukte data zijn van speciaal belang om vroege islamitische wreedheden, hun geloof in het heroïsme van oorlogvoering, of de politiek van vandaag te onthullen.

De islamitische kruistochten waren zeer succesvol. De Byzantijnse en Perzische Rijken putten zichzelf uit met vechten en ze creëerden zo een machtsvacuüm. In dit vacuüm raasde de islam.

Na de tijdlijn worden twee vragen gesteld die uitvoerig beantwoord zullen worden.
De Tijdlijn

630 n.C. – Twee jaar vóór Mohammeds dood na een koorts, lanceert hij de Taboek-kruistochten waarin hij met 30.000 djihadisten optrok tegen de Byzantijnse christenen. Hij hoorde van een enorm leger dat samentrok om Arabië aan te vallen, maar dit bleek echter een vals gerucht te zijn. Dit Byzantijnse leger materialiseerde nooit. Hij keerde om en ging weer terug naar huis, maar niet zonder “overeenkomsten” met de noordelijke stammen te sluiten. Zij konden het “voorrecht” genieten om onder islamitische “bescherming” te leven (lees: niet aangevallen te worden door de islam) als ze een belasting betaalden. Deze belasting zette de toon voor Mohammeds politiek en later die van de kaliefen. Als de aangevallen stad zich niet tot de islam wilde bekeren dan betaalde ze een djizja belasting. Als men zich bekeerde betaalde men een zakaat belasting. In elk geval vloeide er geld terug naar de islamitische schatkist in Arabië of naar de locale moslimgouverneur.

632-634 n.C - Onder het kalifaat van Aboe Bakr heroveren en veroverden de moslimkruisvaarders soms voor de eerste keer de polytheïsten van Arabië. Deze Arabische polytheïsten moesten zich bekeren tot de islam of sterven. Ze hadden niet de keus in hun geloof te blijven en een belasting te betalen. Islam staat geen religieuze vrijheid toe.

633 n.C - De moslimkruisvaarders, geleid door Chalid Al-Walied, een superieure maar bloeddorstig aanvoerder, die door Mohammed werd omschreven als het Zwaard van Allah om zijn wreedheid in de strijd (Tabari 8:158 / 1616-17), veroveren de stad Oellais langs de rivier de Eufraat (wat tegenwoordig Irak is). Chalid nam gevangenen en onthoofde zoveel mensen dat een nabij gelegen kanaal waarin het bloed stroomde ‘bloedkanaal’ genoemd werd. (Tabari 11:24 / 2034-35)

634 n.C - Bij de slag van Jarmoek in Syrië versloegen de moslimkruisvaarders de Byzantijnen. Vandaag de dag put Osama bin Laden inspiratie uit deze nederlaag en in het bijzonder uit een anekdote over Chalid Al-Walied. In Chalids dagen merkt een onbekende moslim op: “De Romeinen zijn zo talrijk en de moslims met zo weinig.” Waarop Chalid vinnig antwoord: “Met hoe weinig zijn de Romeinen en met hoeveel de moslims! Legers worden alleen groot door overwinning en klein door verlies, niet door het aantal mensen. Bij God, ik zou het heerlijk vinden…als de vijand met twee maal zoveel was” (Tabari 11:94/2095). Osama bin Laden citeert Chalid en zegt dat zijn strijders de dood meer liefhebben dan wij in het westen het leven liefhebben. Deze filosofie van de dood komt waarschijnlijk van een vers als soera 2:96. Mohammed schat de joden in: “Voorzeker, je zult hen (Joden) het meest van alle mensen verlangend naar het leven vinden, zelfs meer dan de afgodendienaren.”

634-644 n.C. - Het kalifaat van Oemar ibn al-Chattaab, dat beschouwd wordt als bijzonder wreed.

635 n.C. - Moslimkruisvaarders belegeren en veroveren Damascus.

636 n.C. - Moslimkruisvaarders verslaan de Byzantijnen totaal in de slag van Jarmoek.

637 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren Irak in de slag van al-Qadisia (Sommigen dateren het in 635 of 636)

638 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren en annexeren Jeruzalem, namen het af van de Byzantijnen.

638-650 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren Iran, met uitzondering van het deel langs de Kaspische zee.

639-642 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren Egypte.

641 n.C. - Moslims beheersen Syrië en Palestina

643-707 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren Noord Afrika

644 n.C. - Kalief Oemar wordt vermoord door een Perzische krijgsgevangene; Oethmaan ibn Affaan, die door veel moslims werd gezien als gematigder dan Oemar wordt gekozen als derde kalief.

644-650 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren Cyprus, Tripoli in Noord Afrika en vestigen de islamitische wetgeving in Iran, Afghanistan en Sind.

656 n.C. - Kalief Oethmaan wordt vermoord door ontevreden moslimsoldaten; Ali ibn Abi Talib, schoonzoon en neef van Mohammed, die Fatima trouwde, de dochter van de profeet uit zijn eerste huwelijk met zijn vrouw Chadiedja, wordt geïnstalleerd als kalief.

656 n.C. - De slag van de Kameel waarin Aïsja, Mohammeds vrouw een opstand leidt tegen Ali voor het niet wreken van de moord op Oethmaan. De partizanen van Ali winnen.

657 n.C. - De slag om Siffin tussen Ali en de moslimgouverneur van Jeruzalem, de bemiddeling gaat tegen Ali.

661 n.C. - De moord op Ali door een extremist; De aanhangers van Ali roepen zijn zoon Hasan uit als volgende kalief, maar hij komt tot een overeenkomst met Moe’awija I en trekt zich terug naar Medina.

661-680 n.C. - Het kalifaat van Moe’awija I. Hij sticht de dynastie van Omajjaden en verhuist de hoofdstad van Medina naar Damascus.

673-678 n.C. - De Arabieren belegeren Constantinopel, de hoofdstad van het Byzantijnse rijk.

680 n.C. - De slachting van Hoessein (Mohammeds kleinzoon), zijn familie en aanhangers in Karbala, Irak

691 n.C. - De Rots Koepel wordt afgemaakt in Jeruzalem, slechts zes decennia na Mohammeds dood.

705 n.C. - Abd al-Malik herstelt de regering van de Omajjaden.

710-713 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren de Lage Indus Vallei.

711-713 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren Spanje en dwingen het koninkrijk van Andalusië af. Dit artikel verhaalt hoe moslims hun verdrijving nog steeds berouwen 700 jaar later. Ze lijken te geloven dat het land hen in de eerste plaats toebehoorde.

719 n.C. - Cordoba, Spanje, wordt de zetel van het Arabische gouverneurschap.

732 n.C. - De moslimkruisvaarders worden gestopt bij de slag van Poitiers; de Franken (Frankrijk) stoppen de Arabische expansie.

749 n.C. - De Abbasiden veroveren Koefah en werpen de Omajjaden dynastie omver.

756 n.C. - De stichting van het Omajjaden-emiraat van Cordoba, Spanje, een onafhankelijk koninkrijk ten opzichte van de Abbasiden.

762 n.C. - De stichting van Bagdad.

785 n.C. - Oprichting van de Grote Moskee van Cordoba.

789 n.C. - De opkomst van de Idrisid emirs (moslimkruisvaarders) in Marokko; stichting van Fez; Christoforos, een moslim die zich bekeerde tot het christendom, wordt geëxecuteerd.

800 n.C. - De autonome dynastie van de Aghlabieden (moslimkruisvaarders) in Tunesië.

807 n.C. - Kalief Haroen al-Rashid beveelt de vernietiging van niet-islamitische gebedshuizen en van de kerk van Maria Magdalena in Jeruzalem.

809 n.C. - Aghlabieden (moslimkruisvaarders) veroveren Sardinië in Italië.

813 n.C. - Christenen in Palestina worden aangevallen; velen ontvluchten het land.

831 n.C. - Moslimkruisvaarders veroveren Palermo in Italië; verder invallen in Zuid Italië.

850 n.C. - Kalief al-Matawakkil beveelt de vernietiging van niet-islamitische gebedshuizen

855 n.C. - Opstand van de christenen in Hims (Syrië)

837-901 n.C. - Aghlabieden (moslim kruisvaarders) veroveren Sicilië, vallen Corsica, Italië en Frankrijk binnen.

869-883 n.C. - Opstand van slaven in Irak.

909 n.C. - Opkomst van het Fatimid kalifaat in Tunesië; deze moslimkruisvaarders bezetten Sicilië en Sardinië.

928-969 n.C. - Byzantijnse militaire opleving, ze heroveren oude territoria zoals Cyprus (964) en Tarsus (969).

937 n.C. - De Ikhshid, een bijzonder wrede moslimheerser, schrijft keizer Romanus, pochend over zijn controle over de heilige plaatsen.

937 n.C. - De kerk van het Heilig Graf wordt platgebrand door moslims; meer kerken in Jeruzalem worden aangevallen.

960 n.C. - De bekering van de Qarakhanid-turken tot de islam.

966 n.C. - Antichristelijke rellen in Jeruzalem.

969 n.C. - De Fatimiden (moslimkruisvaarders) veroveren Egypte en stichtten Cairo.

970 n.C. - De Seltsjoeken betreden veroverde islamitische gebieden vanuit het oosten

973 n.C. - Israël en het zuiden van Syrië worden opnieuw veroverd door de Fatimiden.

1003 n.C. - De eerste vervolgingen door al-Hakim; de kerk van St. Marcus in Fustat, Egypte, wordt vernietigd.

1009 n.C. - De vernietiging van de kerk van Het Heilig Graf door al-Hakim (zie 937)

1012 n.C. - Het begin van al-Hakims onderdrukkende decreten tegen joden en christenen.

1015 n.C. - Aardbeving in Palestina; de Rots Koepel stort in.

1031 n.C. - De val van het kalifaat van Omajjaden en de totstandkoming van 15 kleine onafhankelijke dynastieën door geheel moslim-Andalusië.

1048 n.C. - De restauratie van de kerk van het Heilig Graf voltooit.

1050 n.C. - De oprichting van de Almoraviden (moslimkruisvaarders) beweging in Mauritanië; Almoraviden, (ook wel bekend als Moerabitoen) zijn een coalitie van west-Saharische Berbers; volgelingen van islam, gefocust op de koran, de hadith en de Malikitische wet.

1055 n.C. - Seldsjoek prins Toeghroel betreedt Bagdad, consolidatie van het Seldsjoek sultanaat.

1055 n.C. - Het in beslag nemen van het eigendom van de kerk van Het Heilig Graf.

1071 n.C. - De slag bij Manzikert, Seldsjoeks turken (moslimkruisvaarders) verslaan de Byzantijnen en bezetten een groot deel van Anatolië.

1071 n.C. - Turken (moslimkruisvaarders) dringen Palestina binnen.

1073 n.C. - Verovering van Jeruzalem door de turken (moslimkruisvaarders)

1075 n.C. - Seldsjoeks (moslimkruisvaarders) veroveren Nicea ( Iznik) en maken het tot hun hoofdstad in Anatolië.

1076 n.C. - De Almoraviden (moslimkruisvaarders) (zie 1050) veroveren west Ghana.

1085 n.C. - Toledo wordt terug genomen door christelijke legers.

1086 n.C. - De Almoraviden (moslimkruisvaarders) (zie 1050) zenden hulp naar Andalus, de slag van Zallaca.

1090-1091 n.C. - De Almoraviden (moslimkruisvaarders) bezetten geheel Andalus, behalve Saragossa en de Balearen.

1094 n.C. - Byzantijns keizer Alexius Comnenus I vraagt het christelijke westen om hulp tegen de Seldsjoek invasies van zijn gebied; Seldsjoeks zijn moslim turkse familie van oosterse origine; zie 970.

1095 Paus Urbanus II preekt de eerste kruistocht; ze veroveren Jeruzalem in 1099.

Dus uiteindelijk is het om de agressieve islamitische invasies dat het christelijke westen haar eerste kruistochten lanceert.

Er kan gesteld worden dat de Byzantijnen en de Europese leiders zich niet bepaald voorbeeldig gedroegen, dus over dat onderwerp zou ook een tijdlijn ontworpen kunnen worden. En soms gedroegen de moslims zich voorbeeldig. Beide zijn waar. Echter het doel van deze tijdlijn is om het beeld helderder in evenwicht te brengen. Veel mensen zien de islam als een onschuldig slachtoffer, en de Byzantijnen en Europeanen als aanstichters. Dit is echter nauwelijks in overeenkomst met de historische werkelijkheid van de agressieve militaire moslimcampagnes zoals hierboven beschreven.

Beter nog kunnen we een stap terug nemen en naar het hele plaatje kijken. Als de islam in Arabië gebleven was en geen veroveringsoorlogen gevoerd had, zouden er zich geen problemen voorgedaan hebben. Maar de waarheid is dit: De islam was agressief tijdens het kalifaat van Aboe Bakr en Oemar in de 7e eeuw, en de andere kaliefen zetten dit door; alleen dat deed de westerse Europeanen substantieel reageren (zie 1094).

Tenslotte moet worden opgemerkt dat de islamitische expansie zich voortzette tot aan de 17e eeuw. De moslimkruisvaarders bijvoorbeeld, veroverden Constantinopel in 1453 en probeerden zonder succes voor de tweede keer Wenen te veroveren (de eerste keer was in 1529). In de 17e en de 18e eeuw namen de islamitische kruistochten af vanwege het westerse verzet. Sindsdien heeft de islamitische beschaving zich niet verder ontwikkeld.

Twee vragen zullen nu gesteld worden en verder uitgewerkt worden.
Wat is buiten het volgen van Mohammed, in de eerste plaats de reden dat moslims hun kruistochten buiten Arabië lanceerden?

Het is vanzelfsprekend om te vragen waarom de islam haar eigen kruistochten al ver vóór die van het christendom lanceerde. Met de ingewikkelde moslimkruistochten die al vele eeuwen vóór de Europese kruisvaarders plaatsvonden, is het moeilijk om tot één enkele theorie te komen over het hoe en waarom van deze kruistochten. Vanwege deze moeilijkheid laten we drie geleerden en twee ooggetuige deelnemers de motieven van de vroege islamitische kruistochten analyseren.
1. Godsdienstige verovering van de wereld

Moslimpolemici zoals Sayyid Qutb beweren dat de missie van de islam is om de ongerechtigheden van de wereld te corrigeren. Wat hij bedoelt is dat als islam een maatschappij niet bestuurt, onrecht zal domineren, ipso facto. Maar als islam het domineert, dan zal rechtvaardigheid die maatschappij regeren. ( In the Shade of the Qur'an, vol. 7, pp. 8-15). Islam is expansionistisch en moet de wereld veroveren om Allah’s volmaakte wil op deze planeet uit te drukken, zo geloven Qutb en andere moslims.

2. Ongedisciplineerde energieën in Arabië?

Karen Armstrong, een voormalige non en uitgesproken, productief auteur en apologeet ten gunste van de islam, komt met alles behalve dan een bevredigende rechtvaardiging voor de moslimkruistochten:

Toen [Aboe Bakr] de rebellie onderdrukte [tegen islamitische heerschappij in Arabië], zou Aboe Bakr wellicht hebben besloten om de interne spanningen te verlichten door de onstuimige energieën in de Oemma [moslim gemeenschap] tewerk te stellen tegen externe vijanden. Wat ook het geval is, in 633 begonnen moslimlegers een nieuwe reeks van veldtochten in Perzië, Syrië en Irak. ( Jerusalem: One City, three Faiths, New York: Ballantine, 1997, p. 226).

Armstrong merkt ook op dat in het Arabië van 633 de “vijanden van buitenaf” van de islam de Perzen en de Byzantijnen waren, maar deze waren na jaren van strijd te zwak geworden om een serieuze bedreiging te vormen voor de islam. Daardoor kwam het in een niet uitgelokte “machtsvacuüm” terecht ( Armstrong, p, 227). Ze weet simpelweg niet waarom de moslims noordwaarts uit Arabië marcheerden.
3. Religie, economie en politieke beheersing.

Fred M. Donner, de decaan van historici gespecialiseerd in de vroege islamitische veroveringen, citeert drie grote factoren voor de islamitische kruistochten. Allereerst zet de ideologische boodschap van de islam zelf de regerende moslimelite aan om eenvoudig Mohammed en zijn veroveringen te volgen; islam had een goddelijk verordende missie om in de naam van Allah te veroveren. (The Early Islamic Conquests, Princeton UP, 1981, p. 270). De tweede factor is economisch van aard. De regerende elite “wilde de politieke grenzen van de nieuwe staat verleggen om meer dan tevoren de trans-Arabische handel te verzekeren die zij gedurende een eeuw of meer bedreven had” (p. 270). De laatste factor is politieke besturing. De regeerders wilden hun toppositie handhaven in de nieuwe politieke hiërarchie door agressieve Arabische stammen te migreren naar de nieuw veroverde gebieden (p. 271). Deze notie van “agressieve Arabische stammen” ondersteunt Armstrongs observatie (nummer 1, boven)

Dus deze redenen hebben niets te maken met rechtvaardige oorlogen ter zelfverdediging. De vroege islam was alleen maar agressief zonder enige provocatie van de omringende Byzantijnse en Perzische imperia.
4. De zuivere opwinding van verovering en martelaarschap.

Chalid al-Walid (d. 642), een bloeddorstig doch superieur officier van het moslimleger destijds, beantwoordt ook de vraag waarom moslims Arabië uitstormden, uiteengezet in zijn overgavevoorwaarden aan de gouverneur van al-Hira, een stad langs de Eufraat in Irak. Hij werd gestuurd om mensen te roepen tot de islam of tot het betalen van een “ beschermings”-belasting in ruil voor het “voorrecht” om te leven onder islamitische heerschappij (lees: niet opnieuw te worden aangevallen) als dhimmies of tweederangsburgers. Chalid zegt:

“Ik roep u tot God en tot de islam. Als u antwoordt op de oproep, bent u moslims. U verkrijgt de voordelen die zij genieten en neemt de verantwoordelijkheden op die zij dragen. Als u weigert, dan [moet u] de djizja betalen. Als u de djizja weigert, zal ik stammen van volken die meer naar de dood smachten dan u voor het leven tegenover u brengen. We zullen u bevechten tot God besluit tussen ons en u.” ( Tabari , The Challenge to the Empires, vertaald Khalid Yahya Blankinship, NY: SUNYP, 1993, vol. 11, p. 4; Arabische pagina 2017)

Dus, volgens Chalid is religie het hoofdmotief van de vroege islam (hoewel niet de enige) om volken te overwinnen.

In een korte preek zegt Aboe Bakr:

… Inderdaad, de onderscheiding in Gods boek voor djihaad in Gods pad, is iets waarvoor een moslim graag zou worden uitgekozen, waardoor God [mensen] redde van vernedering, en waardoor Hij adellijkheid in deze wereld en de volgende uitreikte. (Tabari 11:80 / 2083-84)

Dus de Kalief herhaalt de handel beschreven in de koran van dit leven voor het volgende, in een economische transactie en in de context van djihaad (vergelijk Soera’s 4: 74; 9: 111 en 61: 10-13). Dit aanbod van martelaarschap, overeenstemmend met Donners eerste factor, de religieuze motivering, is voldoende om jonge moslims zover te krijgen om zich in te schrijven voor kruistochten buiten Arabië in de zevende eeuw.

Chalid zei ook dat als sommigen zich niet willen bekeren of de belasting niet willen betalen, ze tegen een leger moeten strijden dat de dood even lief heeft als andere mensen het leven liefhebben. (zie 634)
5. Verbetering van het leven ten opzichte van dat in Arabië

Materieel voordeel moet worden ingesloten in deze niet zo heilige oproep Toen Chalid waarnam dat zijn moslimkruisvaarders verlangden terug te keren naar Arabië, bracht hij naar voren hoe overvloeiend het land van de Perzen was:

“Beschouwt u [ uw] eten niet als een stoffige vallei? Bij God, als strijd voor Gods zaak en het roepen [van mensen] tot God niet van ons werden vereist, en er waren geen afwegingen behalve ons leven, zou het [nog] wijs moeten zijn om dit platteland te treffen totdat we het bezitten” (Tabari 11:20 / 2031)

Chalid was afkomstig uit Mekka. In de tijd van deze “motivatie”toespraak, behoorde Irak tot het Perzische Rijk, en hier was Chalid oorlog aan het voeren. Behalve het religieuze doel van het islamiseren van de bewoners door oorlog te voeren, is het Chalid’s doel om het land “in bezit te nemen.”

Zoals de paus Urbanus II in 1095 voor de eerste keer de middeleeuwse kruisvaarders aanmoedigde om oorlog te voeren tegen de moslim “ongelovigen”, in antwoord op de moslimagressie dat eeuwen aan de gang was, geeft Aboe Bakr zijn eigen toespraak in 634 na Christus, moslims aanmoedigend om oorlog te voeren tegen de “ongelovigen,” hoewel hij niet zo lang van stof is als de paus.

Moslim polemici geloven dat de islam militair verspreid werd door een wonder van Allah. Deze vijf aardse redenen leggen dingen echter duidelijker uit.
Dwongen de islamitische kruistochten bekering met het zwaard af?

Historische feiten laten zien dat de meeste van de veroverde steden en regio’s, de laatste van de drie opties uiteengezet in Soera 9: 29 aanvaarden en door de latere moslimkruisvaarders afgedwongen: (1) strijden en sterven, (2) bekeren en de zakaat belasting betalen; (3) Hun bijbelse geloof behouden en de djizja belasting betalen. De meesten verkozen om hun eigen religie te behouden.

Echter, de mensen bekeerden zich uiteindelijk. Alles wel beschouwd worden islamitische landen zo genoemd vanwege een reden - of vele redenen. Waarom? Vier moslimpolemici vergoelijken de redenen dat mensen zich bekeerden, dus hun wetenschappelijkheid is verdacht.

1. Het polemische antwoord

Allereerst, Malise Ruthven en Azim Nanji gebruiken de koran om latere historische feiten uit te leggen: “De islam breidde zich uit door verovering en bekering. Hoewel soms werd gezegd dat het geloof van de islam verspreid werd door het zwaard, zijn de twee niet hetzelfde. De koran stelt onbetwistbaar: “Er is geen dwang in religie ” (soera 2: 256).” ( Historical Atlas of Islam, Cambridge, Mass: Harvard, 2004, 30) Volgens hen zegt de koran er moet geen dwang zijn, dus conformeren de historische feiten zich aan heilige tekst. Deze gammele redenering wordt verderop onder “historische feiten” geanalyseerd.

Vervolgens verwijst David Dakake ook naar soera 2: 256, en definieert dwang erg smal. Djihaad werd fout gerepresenteerd als het dwingen van joden, christenen en andere mensen uit het Midden Oosten, Azië en Afrika om zich te bekeren tot de islam “ op straffe van de dood.” (“The Myth of Militant Islam,” Islam, Fundamentalism, and the Betrayal of Tradition, ed. J.E.B. Lumbard, Bloomington : World Wisdom, 2004, p. 13) Dit is een te smalle definitie van dwang, zoals we verderop onder “historische feiten” zullen zien.

Tenslotte is zelfs Qutb, ook soera 2: 256 citerend, meer beslist: “Nooit in de geschiedenis dwong de islam iemand om zijn geloof te veranderen” ( In de the Shade of the Qur'an, vol. 8, p. 307). Dit is absurd op eerste gezicht, en het demonstreert alleen de tendentieusheid van islamitische wetenschappelijkheid, die iedere keer hier in het Westen uitgedaagd moet worden. Het is een droevig feit dat dit type “redeneren” en “kritisch denken” de polemische moslim wetenschappelijkheid doordrenkt.

2. De historische feiten

Maar de geschiedenis echter laat zich niet leiden door Geschriften om de simpele reden dat mensen dat niet doen. Maakte de grote meerderheid van de overwonnen mensen dergelijke fijn onderscheid, zelfs als een generaal pardon werd gegeven aan de Mensen van het Boek? Misschien deden enkele koppigen dat, maar de meerderheid? De meeste mensen in die tijd konden niet lezen of nauwelijks lezen, dus waarom zouden zij zich nu of later niet bekeren toen zij een moslimleger buiten hun poorten zagen? Tot Ruthven’sen Nanji krediet komen zij met andere redenen voor de bekeringen behalve het zwaard, zoals moeheid van mensen om kerkruzie’s, enkele doctrinale overeenkomsten, eenvoudigheid van het bekeringsproces, een verlangen om bij de rangen van de nieuwe regerende elite te komen, enzovoort. Echter de koran te gebruiken om meer recente feiten te interpreteren plaatst de geschiedenis van islam op een onrealistisch hoge standaard.

Het misleidende verband tussen de Schrift en de latere feiten gaan niet samen. Openbaringen of idealen moeten niet klakkeloos over latere historische feiten heen lopen, alsof alle volgelingen hun Schriften volmaakt gehoorzamen.

Tot zijn krediet heeft Ibn Khaldun (1332-1406), de late middeleeuwse staatsman, jurist, historicus en geleerde, genoeg integriteit en eerlijkheid om deze vier moslimapologeten tegenwicht te bieden, schrijvend een geschiedenis die nog gewaardeerd wordt door historici vandaag. Hij stelt het alom bekende:

In de moslimgemeenschap is de heilige oorlog een religieuze verplichting, vanwege het universalisme van de moslimmissie en (de verplichting om) iedereen tot de islam te bekeren door overtuiging of door dwang. ( The Muqaddimah: an Introduction to History ( ingekort), vertaling Franz Rosenthal, Princeton UP, 1967, p. 183)

Wanneer de islamitische kruisvaarders uitgingen om te veroveren, dragend een islamitische met Arabische inscriptie tot glorie en waarheid van hun profeet, zou Ibn Khaldun niet ontkennen dat de missie van het leger, behalve de materiele redenen van verovering, het bekeren van de inwoners is. Islam is een universele religie, en als bekeerlingen zich tot de schare voegen of door overtuiging of door dwang, dan is dat de natuur van de islam.

Bovendien legt Ibn Khaldun uit waarom een dynastie nauwelijks zichzelf stevig in landen van de vele verschillende stammen en groepen vestigt. Echter, het kan worden gedaan na een lange tijd en door de volgende tactieken te gebruiken, zoals gezien wordt in de Maghreb (Noord en Noordwest Afrika) vanaf het begin van de islam tot Ibn Khaldun’s eigen tijd.

De eerste (moslim)overwinning over hen en de Europese christenen (in de Maghreb) was van weinig nut. Zij bleven rebelleren en apostatiseerden keer op keer. De moslims moorden velen van hen uit. Nadat de moslimreligie zich onder hen had gevestigd, gingen zij door met het in opstand te komen en zich af te scheiden en zij namen vaak dissidente religieuze meningen aan. Zij bleven ongehoorzaam en onhandelbaar… Daarom kostte het de Arabieren een lange tijd om hun dynastie in de Maghreb te vestigen. (p. 131).
Conclusie

Hoewel Europese kruisvaarders oprecht mogen zijn geweest, dwaalden zij af van de oorsprong van het christendom toen zij er op in hakten en branden stichtten en bekeringen afdwongen. Jezus gebruikte nooit geweld, noch riep hij zijn discipelen op om het te gebruiken. Gegeven dit historische feit, is het alleen vanzelfsprekend dat het nieuwe testament nooit geweld zou bekrachtigen om het woord van de ware God te verspreiden. Tekstuele realiteit komt overeen met historische werkelijkheid.

In tegenstelling, moslims die er op in hakten en branden stichtten en bekeringen afdwongen dwaalden niet af van de oorsprong van de islam, maar volgden het nauwgezet. Het is een helder en onwelgevallig historisch feit dat in de tien jaren dat Mohammed in Medina (622-632) woonde, hij 74 rooftochten, expedities of volledige oorlogen leidde of initieerde, variërend van kleine moordsquadrons tot de Taboek-kruistocht hierboven beschreven (zie 630). Soms resulteerden de expedities niet in geweld, maar een moslimleger lag altijd op de loer. Mohammed kon verschrikkelijke wraak uitoefenen op een individu of een stam dat of die hem bedroog. Deze tien jaren kenden geen lange periodes van vrede.

Daarom zou het alleen maar logisch zijn dat de koran gevuld is zijn met verwijzingen naar djihaad en qital, het latere woord dat vechten, doden, oorlog voeren en slachten inhoudt. Tekstuele realiteit komt overeen met historische werkelijkheid.

Dit betekent echter dat de kerk door de eeuwen heen terug moest vechten of verzwolgen zou worden door een agressieve religie. Dus de kerk trok niet uit op een dwaze, bloeddorstige en irrationele manier, hoewel de christelijke kruistochten verre van volmaakt waren.

Islam was de agressor in haar eigen kruistochten, lang voordat Europa reageerde met haar eigen.

Referenties

Gil, Moshe. A History of Palestine : 634-1099 . Cambridge UP, 1983, 1997.
Nicolle , David. The Armies of Islam. Men-at-Arms. Osprey, 1982.
Nicolle , David .. Saladin and the Saracens. Men-at Arms. Osprey, 1986.
Nicolle , David. Armies of the Muslim Conquests. Men-at-Arms. Osprey, 1993.
Nicolle , David ..The Moors, the Islamic West. Men-at-Arms. Osprey, 2001.

* Korancitaten zijn uit de Nederlandstalige interpretatie van de koran die op het web te vinden is.
* Andere citaten zijn rechtstreeks uit het Engels vertaald
* Laatste bewerking: februari 2006
* Met toestemming van de auteur vertaald; de originele titel luidt: Timeline of the Islam Crusades


En verder:


Kruistochten

Wat is een kruistocht?

De paus maakte van de oorlog tegen de Turken iets bijzonders. Het zou een 'Heilige Oorlog' zijn. Dat is een oorlog die God zelf wilde. De deelnemers kregen bepaalde voorrechten. Wanneer ze meehielpen Jeruzalem te bevrijden, zouden ze een aflaat krijgen. Dat betekende dat zij na hun dood minder lang voor hun zonden hoefden te boeten. De kerk beloofde ook de bezittingen van een kruisvaarders te beschermen zolang deze afwezig was. De kruisvaarders moesten bij hun vertrek een plechtige gelofte afleggen. Ze moesten beloven dat ze in opdracht van de paus de heidenen en de ketters zouden bestrijden. Wanneer men de heidenen bestreed zonder toestemming van de paus, gold dat niet als een echte kruistocht. Er waren dan geen voorrechten aan verbonden. Men kon er zelfs voor gestraft worden. Kruistochten hoefden niet alleen naar Palestina te gaan. Middeleeuwers beschouwden elke oorlog onder pauselijk bevel tegen heidenen en ketters als een kruistocht. Toch waren de kruistochten naar Palestina wel de belangrijkste. Tussen de 11de en 13de eeuw werden meerdere kruistochten gehouden, maar eigenlijk was alleen de Eerste Kruistocht echt een geslaagde operatie.



Waarom gingen er zoveel mensen op kruistocht?

De kruistochten gingen gepaard met veel gewelddadigheid en wreedheden. Ondanks dat het een gevaarlijke tocht was, waarbij veel mensen de dood vonden, gingen bij iedere kruistocht toch weer duizenden mensen mee. Deze mensen hoopten natuurlijk Jeruzalem te bevrijden, maar er waren nog meerdere redenen waarom men kon besluiten de kruisvaartgelofte af te leggen:

De paus beloofde deze mensen dat al hun zonden zouden worden vergeven. Ze kregen als ze dood zouden gaan een plekje in de hemel en zouden niet meer gestraft worden voor hun slechte daden.

Ook hoefden deze mensen geen belasting meer te betalen wanneer ze terugkwamen van hun kruistocht.

Veel van de mensen die mee op kruistocht gingen hadden thuis weinig te verliezen, omdat ze het daar als horige werkten en dus geen prettig leven hadden. Ze leefden meestal in simpele hutten met één kamer, waarin het hele gezin moesten leven.

In de Middeleeuwen waren er veel lijfeigenen, dat waren een soort slaven. Zijn zouden als ze op kruistocht gingen, vrij mens worden. Ridders en edelen waren belust op avontuur en hoopten in de strijd roem en eer te behalen.



Wanneer waren de kruistochten?

Tussen de 11de en 13de eeuw werden meerdere kruistochten gehouden. Een paar belangrijkste waren:

1096 Eerste kruistocht

1147 Tweede kruistocht

1189 Derde kruistcht

1204 Vierde kruistocht

1212 Kinderkruistocht



De gevolgen van de kruistochten.

De bedoelingen van de kruisvaarders met een kruistocht liepen nogal uiteen. Er waren echt christenen die in opstand wilden komen tegen het geweld dat andere christenen werd aangedaan. Er was heel wat moed voor nodig om alles achter te laten en in een voettocht naar een compleet vreemd land te trekken met alle gevaren van dien. Enkel en alleen uit liefde voor Christus en het christendom.

Maar er waren ook genoeg kruisvaarders die hun eigen voordeel probeerden te behalen met de kruistochten. Zo waren er bandieten bij die door het afleggen van de kruisgelofte probeerden hun straf te ontlopen. Ridders, keizers en koningen probeerden door de kruistochten hun macht te vergroten of veel eer te behalen.

Tijdens de kruistochten werden er heel veel mensen in bloedige gevechten vermoord en werd er veel vernield en geplunderd

De gevolgen van de kruistochten liepen ook nogal uiteen. Er waren slechte gevolgen door de 2 eeuwen strijd. Zo kwam er een sterke toename van de godsdienst onverdraagzaamheid tussen christenen en moslims, christenen en joden en zelf tussen christenen onderling. Nu nog is er in het Midden-Oosten een religieuze strijd gaande tussen moslims en christenen. Aan de andere kant waren er voor Europa ook gunstige gevolgen van de kruistochten.

De landen in West-Europa hadden namelijk kennis gemaakt met een hoge oosterse beschaving. De moslims waren goed ontwikkeld in wiskunde, natuurkunde, sterrenkunde, geneeskunde en op vele andere gebieden. Daar hebben de Europeanen veel van geleerd.

Er ontstond een levendige scheepvaart en een bloeiende handel rond de Middellandse Zee. Vooral Italiaanse steden, zoals Venetië en Genua, profiteerden daarvan.

Het Westen leerde nieuwe producten kennen als specerijen (peper, kruidnagelen e.d.), suiker, katoen en zijde.

Na de kruistochten moesten de Europeanen een andere handelsroute zoeken naar Azië om daar specerijen, zijde, ivoor, kostbare metalen en edelstenen te halen. De moslims lieten hun niet meer langs Constantinopel. De Europeanen moesten dus een route over zee zoeken. Dit leidde in de 15e en 16e eeuw tot van Portugese, Spaanse (Columbus), Franse, Engelse en Nederlandse zeelieden. Deze ontdekkingsreizen zorgden ervoor dat 'de wereld werd ontdekt' en dat alle landen in kaart gebracht konden worden. De ontdekkingsreizigers maakten daarbij handig gebruik van de overgenomen kennis van de moslims, op het gebied van bijvoorbeeld hygiëne en aardrijkskunde.

Maar er werd ook handel gedreven met de moslim landen. Europese kooplieden importeerden specerijen, medicijnen, juwelen, parfums, vruchten, suiker en andere waren. In ruil daarvoor kregen de moslims graan, hout en paarden uit Europa. Ook profiteerden de moslims van de stroom pelgrims naar Heilige Plaatsen. Daarbij werden veel souvenirs gekocht en daar verdienden de moslims aan.



.

Over de vermeende 'wetenschap' in de islam valt een hoop af te dingen, om niet te zeggen dat islam en wetenschap niet samen gaan:

Sprookje

belediging

.