Terreur nekte Delta College
GOUDA - Hakenkruizen en davidsterren, gekalkt op het huis van de schooldirecteur. Leerlingen die op de route naar school geld en goederen moesten afgeven aan leeftijdsgenoten. Drugshandel in de schoolpauzes - en niemand die wat deed.
Lees verder
.
Een dingetje volgens het verstand van de moderne tijden ... Want als je dood bent, zal je nooit weten, dat je ooit geleefd hebt !
31 mei 2009
Work Less !!
PART 1 "Jevons Effect"
d'r zit wat in ... kijk ook op www.workersoftheworldrelax.org daar vind je deel 2. Misschien toch niet zo'n raar idee van Mariëtte Hamer, die 4 daagse werkweek ...
.
d'r zit wat in ... kijk ook op www.workersoftheworldrelax.org daar vind je deel 2. Misschien toch niet zo'n raar idee van Mariëtte Hamer, die 4 daagse werkweek ...
.
‘De opmars van de islam’
Arabist Hans Jansen.
Het Christendom heeft in minder dan vier eeuwen het Romeinse rijk voor zich weten te winnen. Dat is van onder op gebeurd, zonder dwang of geweld, zonder overheidsingrijpen of -steun. Integendeel, de overheid van het Romeinse Rijk heeft door Christenen bij tijd en wijle te vervolgen die kerstening zelfs af en toe met dwang en geweld tegengewerkt.
In de periode dat het Romeinse rijk gekerstend werd, viel dat rijk ongeveer samen met het huidige Midden-Oosten, plus Europa tot aan de Donau en de Rijn. Dat wil niet zeggen dat er buiten dat gebied geen Christenen waren. Ten oosten van het Romeinse rijk, in Perzië, konden rond 300-350 al heel wat Christenen worden aangetroffen (later bekend als de Nestorianen). Net buiten de grenzen van het Romeinse rijk leefden bovendien ook de Armeniërs en de Georgiërs, die al rond 300 niet alleen in meerderheid Christen waren maar die het Christendom toen zelfs al als staatsgodsdienst hadden aangenomen. In het Romeinse rijk gebeurde dat kort daarna.
De Moslims hebben ruwweg hetzelfde gebied als dat van het antieke Romeinse rijk in ongeveer één eeuw weten te veroveren, met uitzondering van West-Europa, waar de Moslims in Frankrijk tegengehouden zijn door Karel Martel (732), en met uitzondering van het huidige Turkije en de Balkan, waar de Moslims tot in het midden van de vijftiende eeuw zijn tegengehouden door het Oost-Romeinse rijk, door de Byzantijnen. Desondanks is het een geweldige militaire prestatie van de Moslims dat zij in de zevende eeuw in zo korte tijd een gebied hebben weten te veroveren dat zich uitstrekt van Toledo tot Gibraltar, Tunis, Cairo, Damascus, Baghdad, Mekka en verder. Mohammad, zo stelt de islamitische overlevering, was in 632 overleden en had aan het begin van deze geweldsgolf gestaan. Precies een eeuw later komt er een voorlopig einde aan de militaire expansie van de islam door de islamitische nederlaag bij Poitiers in midden-Frankrijk.
Er is geen Moslim die geen weet heeft van deze eeuw van veroveringen. De militaire successen in die tijd worden door islamitische theologen algemeen gezien als een bewijs van de waarheid van de islam en de juistheid van de uitspraken van Mohammed over zichzelf en zijn missie. In de islamitische apologetiek speelt deze eeuw van verovering een grote rol. Indien de Islam niet Gods eigen godsdienst zou zijn, stellen Moslims, en indien Mohammed niet de Gezant van God geweest zou zijn, menen zij, dan hadden deze veroveringen niet plaats kunnen hebben en niet zo succesvol kunnen zijn. Deze veroveringen kunnen beschouwd worden als akbar dalaala alla Sidq muHammad, 'het beste bewijs voor de oprechtheid van Mohammed', zoals een korancommentaar het ergens uitdrukt.
Europeanen die niet gewend zijn dit soort argumenten in de discussie te gebruiken, staan soms met hun mond vol tanden als ze voor de eerste keer met deze stelling geconfronteerd worden. Op heel wat bijeenkomsten die voorgaven een bijdrage te willen leveren aan de dialoog tussen christendom en islam is dit argument onweersproken gebleven. Misschien is dat maar goed ook, want wat heb je aan ruzie. Maar het is een lachwekkende islamitische drogredenering. Als het christendom het Midden-Oosten en Europa voor zich heeft weten te winnen zonder geweld te gebruiken, moeten de christenen er dan van onder de indruk zijn dat anderen, te weten de moslims, een dergelijk gebied hebben weten te veroveren met gebruikmaking van grof militair geweld? Nee natuurlijk. Integendeel.
We moeten niet beginnen aan rare wedstrijden in wonderen, maar kunnen wel vaststellen dat een godsdienst als de islam militair wapengeweld heeft nodig gehad om ongeveer hetzelfde te bewerkstelligen wat het christendom zonder geweld heeft weten te bereiken. Dat bewijst weliswaar niets, maar geeft wel te denken, en slaat Moslims een van hun belangrijkste ‘bewijzen’ voor de Islam uit handen. In de propaganda wijzen Moslims dan ook graag op het latere gewelddadige karakter van kerken en het christendom, in de eeuwen na keizer Constantijn, de keizer die het christendom tot de officiële godsdienst van het Romeinse rijk heeft gemaakt. Dat is natuurlijk waar. De mens is geneigd tot alle kwaad. Toen de staatsmacht in de loop van de vierde eeuw AD eenmaal in christelijke handen was gevallen, is daar uiteraard gebruik van gemaakt op de manier die in die eeuwen normaal gevonden werd. Maar dat was pas na de triomf van het Christendom.
Desgewenst kan wie dat wil zich voor dat latere Christelijke geweld excuseren, ook al zal zijn persoonlijk aandeel in de misstappen die in die eeuwen begaan zijn, gering zijn. Christenen zijn door de schuldbelijdenis die deel uitmaakt van de christelijk liturgie misschien iets te goed getraind in het bekennen van schuld, en dat botst met de opvattingen van de meeste Moslims die juist trots zijn op de oorlogvoering door de islam tegen de christenen, en op de militaire triomfen die daarbij zijn behaald, althans in de begintijd. Later veranderen de krachtsverhoudingen ten gunste van het christendom. Maar we dienen ons goed te realiseren dat de Moslims ook thuis in Medina hadden kunnen blijven. Dat hebben ze niet gedaan, ze zijn ten strijde getrokken. Volgens de islamitische overlevering heeft Mohammed zich in 622 in Medina gevestigd, en sindsdien hebben de Moslims gewapenderhand hun omgeving steeds verder onderworpen. Steeds weer hebben de Moslims ook elke keer de nieuwe buren aan de nieuwe grenzen van hun steeds groeiende rijk de oorlog aangezegd.
Dat is een keuze. Het kan ook anders. Ze hadden het ook kunnen proberen op de manier waarop het christendom in zijn eerste drie eeuwen tot bloei heeft weten te komen. Dat hebben de Moslims niet gedaan, ze zijn in navolging van Mohammed de ene na de andere reeks van gewapende conflicten aangegaan met hun buren, ter uitbreiding van het gebied waar de islam over heerst. De imperialistische veroveringsoorlogen waar deze gevechten en veldslagen deel van hebben uitgemaakt, zijn niet iets waar welke moslim dan ook zich ooit voor zal excuseren. Ze beschouwen, en dat vinden moderne mensen nog wel het vreemdst, tot op de huidige dag de successen die de vroege Moslims op het slagveld hebben weten te behalen als een bewijs van Gods gunst. Gek genoeg worden de nederlagen van de moslims door de moslims niet gezien als een bewijs voor het tegendeel. Als God immers zich met oorlogen bemoeit, dan staat hij in bijvoorbeeld het conflict tussen Israël en de Arabieren tot op heden aan de kant van Israël.
Toen de Moslims eenmaal heer en meester over het Midden-Oosten waren, zijn ze, het is niet anders te zeggen, begonnen met het treiteren en pesten van hun voor het merendeel christelijke machteloze onderdanen. Voor de christenen van Egypte is dat bijvoorbeeld vastgelegd in de ‘Geschiedenis van de Patriarchen van de Egyptische Kerk’, een boekwerk in vele delen, toegeschreven aan Bisschop Severus ibn Al-Mukaffa. Wat is het toch jammer, verdrietig en onbegrijpelijk dat niemand maar dan ook niemand in de top van het CDA bereid is dit boek (dat in het Engels vertaald is) te lezen. Zeiden de Romeinen niet dat de goden eerst verblinden wie zij willen verderven?
Voor de joden in Egypte blijkt dat getreiter onomstotelijk uit de zogeheten Geniza-documenten, een enorme collectie van correspondentie, fragmenten van boekhoudingen, kwitanties, enz., afkomstig uit de middeleeuwse joodse gemeenschap in Cairo. Israëlische intellectuelen en politici zijn tot op zekere hoogte wel vertrouwd met de zogeheten Cairo Geniza, ze beschouwen het in ieder geval wel als een onderdeel van de geschiedenis van het jodendom, anders dan Christelijk intellectuelen, theologen, priesters, bisschoppen en politici die nog nooit van Severus ibn Al-Mukaffa gehoord hebben.
De Moslims zelf schrijven heel openlijk over deze pesterijen in de handboeken van de sharia en in fatwa’s. Historisch is er dus geen enkele twijfel. De literaire overlevering in kronieken van de slachtoffers (Severus), de archeologie (Geniza), en de administratie en rapportage (Sharia) van de plegers stemmen volstrekt overeen. Dat is niet vaak zo, en alleen al daarom zou je denken dat een menigte van wetenschappers zich op deze episode uit de geschiedenis gestort zou hebben.
Maar dat blijkt niet het geval te zijn. Onderzoek met een vraagstelling die de moslimse elite boos zou kunnen maken, wordt door Westerse geleerden meestal nagelaten. Niet omdat de leden van die elite zelf te wapen zouden kunnen lopen, dat zijn stuk voor stuk beschaafde prettige mensen die geen bloed aan hun handen hebben. Voor het bloedvergieten hebben ze de beschikking over de radicalen als Mohammed B. Dat hoeven ze zelf niet te doen. Lichte en alleszins beschaafde druk op Westerse onderzoekers en collega’s (die gelukkig aan een half woord al genoeg hebben) is voldoende om een muur van stilte te creëren.
Waaruit bestaan, volgens de moslims zelf, die pesterijen? De kern daarvan staat opgesomd op een lijst die bekend staat als ‘het Pact van Omar’. Er zijn twee Omar’s kalief geweest, de eerste van 634 tot 644, de tweede van 717 tot 720. Beiden worden genoemd als de vorst onder wie deze regels zijn uitgevaardigd. In het Arabisch heeft deze lijst een wat duidelijker naam: de ‘voorwaarden’, shuruuT, van Omar. Het gaat om de voorwaarden waaronder de christenen, de Samaritanen en de joden binnen de door de islam veroverde gebieden aan hun godsdienst mogen vasthouden. Ze moeten zich door de kleur van hun kleding of hoofdbedekking als niet-moslim kenbaar maken. Hier komt het geel van de jodenster vandaan. Ze mogen geen wapens dragen of bezitten (en zijn dus volkomen weerloos). Paardrijden is verboden. In combinatie met het verbod op het bezit van wapens maakte dit in vroeger tijden het maken van een reis van enige omvang uiteraard onmogelijk.
Jaarlijks diende elke niet-moslim een persoonsbelasting op te brengen. Bij het overhandigen van die belastingpenningen hoorde de inner van die belasting de niet-moslim een klap in zijn nek te geven, bedoeld als een symbolische onthoofding. Het doel hiervan was de niet-moslim er aan te herinneren dat hij was overwonnen door de superieure moslimse legers, dat krijgsgevangenschap, slavernij en onthoofding weliswaar hem bespaard zouden blijven, maar alleen zo lang als de moslimse heersers daar behagen in hadden. Wie denkt dat het hier om theorie gaat moet de boeken van Bat Yeor lezen, of het binnenkort verschijnende boek van de Australische theoloog Marc Durie. Wie niet kon betalen, had de keus tussen moslim worden of de dood. Over al deze vernederingen zwijgen de oosterse christenen het liefst, en ons in het Westen past alleen groot respect voor al diegenen die dit eeuw in eeuw uit hebben weten te verdragen zonder hun kerk ontrouw te worden.
De sharia, het islamitische recht, zoals ontvouwd in de door Moslims voor Moslims geschreven handboeken, voegt daar nog een paar aardigheden aan toe. Groot onderhoud aan kerkgebouwen is niet meer nodig, en dus verboden, want de islam komt het christendom vervangen. Nieuwe kerken en synagogen mogen niet meer gebouwd worden. Wanneer een moslim een christen of jood beschuldigt van ‘belediging van de profeet’, kan de christen of jood in kwestie zich meestal alleen redden door moslim te worden. Kinderen waarvan de vader onbekend is, gelden als moslim. Moslimkinderen moeten door moslims worden opgevoed, dus de kerken hebben nooit de gelegenheid gehad voor kinderen van ongehuwde moeders te zorgen, bijvoorbeeld door die in een klooster te verstoppen. De lijst is lang, tegenwoordig in veel naslagwerken te vinden, en geeft een aardig beeld van hoe vals en gemeen mensen tegen elkaar kunnen zijn, daarbij steeds vroom de blik om hoog wendend en mompelend dat het alleen maar gaat om de uitvoering van de wetten van God.
Christenen mogen niet met moslimse vrouwen huwen, moslims wel met christelijke vrouwen. Dit heeft geleid tot heel wat door hormonen aangedreven bekeringen van christelijke jongemannen. Voor christelijke en joodse meisjes die uitgehuwelijkt werden aan hun moslimse heer en meester, heeft deze regel heel wat vernederingen met zich meegebracht. Christenen kunnen geen getuige à charge zijn in rechtszaken tegen moslims. Dit heeft en had enorme consequenties voor het strafrecht van de sharia. Het moslimse verbod op muziek en wijn geldt volgens veel moslims ook voor kerkmuziek en avondmaalswijn. Het is bijna ongelofelijk maar christen en joden die onder islamitisch oppergezag zijn opgegroeid hebben deze regels meestal volledig geïnternaliseerd. Ook steeds meer Nederlanders zijn deze regels aan het internaliseren, en vinden het vanzelfsprekend dat de moslimse eisen op dit gebied ingewilligd worden, en naar goed Nederlands gebruik lopen ze daarbij soms zelfs vooruit op de eisen die de islam stelt.
Het aardige van het spel is dat de islam veel van die eisen niet eens expliciet stelt. Dat dwingt christenen die onder het gezag van de islam leven, voortdurend zich af te vragen wat wel en niet is toegestaan. De inwoners van het Midden-Oosten hebben daar een fijn gevoel voor ontwikkeld, maar desalniettemin gaat het wel eens fout. Wie in een vrij land is opgevoed, leert het mogelijk nooit, denk aan de Britse onderwijzeres in de Soedan die een Teddybeertje de naam ‘Mohammad’ heeft gegeven, en vervolgens maar met moeite het vege lijf wist te redden. De mooie Romeinse regel nulla poena sine lege, ‘geen straf zonder [duidelijke] wet’, gaat natuurlijk niet op in het islamitisch recht. Die vaagheid van de voorschriften van de sharia is de door vrienden van de islam zo geprezen ‘flexibiliteit’ van de sharia. Die flexibiliteit is vanuit islamitisch perspectief heel effectief, want het dwingt de christenen zich voortdurend af te vragen wat hun moslimse meesters van hen verlangen. En het is bizar om te zien hoe ook Nederlanders geweldig hun best doen te voorkomen dat hun moslimse buren zich ontriefd zouden kunnen voelen. De islam is als weinig andere godsdiensten in staat een beslissende invloed uit te oefenen op het gedachteleven van wie die godsdienst niet aanhangt. Pak een krant en zie de voorbeelden.
Met zo veel juridische regels die de moslims en de islam bevoordelen is het nog een wonder dat moslims en christenen pas zo rond het jaar 1000 AD in het Midden-Oosten gelijk in aantal waren. Alleen in afgelegen gebieden heeft het christendom zich weten te handhaven, bijvoorbeeld de Maronieten in de bergen van Libanon. Na de kruistochten zakt het percentage christenen in de islamitische wereld, tot de tien/vijftien procent die het tot de jaren tachtig van de vorige eeuw ongeveer gebleven is. Alleen in ballingschap, in de Verenigde Staten van Amerika en in Australië, weten de christelijke tradities die zich onder islamitische supervisie gevormd hadden, zich nog wel te handhaven.
Na 9/11 en de millenniumwisseling is er wat dit betreft snel veel veranderd. Zowel uit Libanon, Irak, Syrië als Turkije proberen de laatste inheemse christenen te maken dat ze wegkomen. De orkaan van het sharia-fanatisme, bij ons meestal islamitisch radicalisme of fundamentalisme genoemd, zagen de meesten hunner al veel vroeger aankomen dan wij hier in het Westen. Het kan niet meer dan enkele jaren duren, of de laatste Arabische, Turkse of Syrische christenen zullen Nazareth, Bethlehem, Groot-Syrië, Turkije en Irak verlaten hebben. In moslimse ogen is dat een historisch belangrijke ontwikkeling, die samenvalt met de vreedzame verovering door de islam van Europa. Ons hier in Europa kan het allemaal niks schelen, integendeel, met grenzeloze naïviteit bouwen we moskeeën voor onze migranten uit de islamitische wereld. Terwijl de elite de viool van het multiculturalisme bespeelt, staan de buitenwijken al in brand.
Bij de opmars van de islam speelt die moskee een centrale rol. De moskee is niet alleen het gebedshuis, het is ook het commandocentrum van de jihad. Dagorders worden vanaf de kansel in de moskee uitgevaardigd. Steniging van overspeligen en onthoofding van afvalligen vindt plaats op het plein voor de moskee. Het leger dat op jihad gaat, vertrekt vanaf de moskee. Jihad, strijd tegen het ongeloof en de ongelovigen, wordt sinds Wenens ontzet van 1683 niet meer door staten beoefend, maar door ongrijpbare particuliere organisaties als Al-Qaida, want een staat die jihad gaat voeren zou door de Westerse militaire overmacht vernietigd worden. Gemaskerde individuen daarentegen die vanuit een hinderlaag schieten, zijn lastiger te bestrijden.
De schaamte over de eigen lafheid is verdwenen, strijden met open vizier wordt alleen maar als dom gekenschetst. Schuilen tussen weerloze burgers is voor de helden van de jihad een routinemanoeuvre. Heftig klagen als de vijand ook die burgers treft, behoort tot het dagelijkse spel met de onnozele Westerse persbureaus. Kamikaze-kunstenaars die behalve zichzelf handenvol anderen meenemen de dood in, krijgen uit handen van Islamitische predikanten als Al-Qaradawi de kroon van het martelaarschap opgezet. Deze Al-Qaradawi predikt ook dat Gods laatste bestraffing van de joden ‘door Hitler aan de joden werd voltrokken, maar dat de volgende straf uit de handen van de moslims moet komen’ (30 januari 2009). Deze Al-Qaradawi wordt door invloedrijke PvdA-politici naar Amsterdam gehaald en als hun leidsman gezien. Dieper kan Nederland toch niet vallen, denkt u misschien. Maar dan vergist u zich.
De opmars van de islam kan nog veel verder gaan dan thans het geval is in West-Europa, en is alleen maar te stuiten wanneer we er op letten dat de toekomstige slachtoffers van de jihad (dat wil zeggen: de bevolking van Nederland en de rest van Europa) hun vrijheid van meningsuiting behouden. Mohammed, de stichter van de islam, heeft er altijd goed voor gezorgd eerst eventuele critici het zwijgen op te leggen, meestal door sluipmoord, zoals zijn naamgenoot Mohammed Bouyeri sluipmoord gepleegd heeft op Theo van Gogh. De islamitische traditie zelf levert over dat pas nadat Mohammed zijn tegenstanders met geweld het zwijgen had opgelegd, het proces van islamisering begon. Het is daarom van het allergrootste belang dat we in Nederland niet verder gaan dan al het geval is met het verbieden van kritiek op de islam want de islamitische ideologie is niet bestand tegen het vrije woord.
Het christendom is dat wel. Het christendom is de godsdienst van het woord, de rede, de liefde en de vrijheid. De islam is daarentegen de godsdienst van het geweld, de dwang, de angst en de gehoorzaamheid. De aard van de mens is zodanig dat het er nog om zal spannen welke van die twee godsdiensten het zal winnen.
Arabist Hans Jansen
[‘De opmars van de islam’, in: Profetisch Perspectief, 14de jaargang, voorjaar 2009, nummer 62, pp. 45-50.]
Overgenomen van HoeiBoei (link)
Het Christendom heeft in minder dan vier eeuwen het Romeinse rijk voor zich weten te winnen. Dat is van onder op gebeurd, zonder dwang of geweld, zonder overheidsingrijpen of -steun. Integendeel, de overheid van het Romeinse Rijk heeft door Christenen bij tijd en wijle te vervolgen die kerstening zelfs af en toe met dwang en geweld tegengewerkt.
In de periode dat het Romeinse rijk gekerstend werd, viel dat rijk ongeveer samen met het huidige Midden-Oosten, plus Europa tot aan de Donau en de Rijn. Dat wil niet zeggen dat er buiten dat gebied geen Christenen waren. Ten oosten van het Romeinse rijk, in Perzië, konden rond 300-350 al heel wat Christenen worden aangetroffen (later bekend als de Nestorianen). Net buiten de grenzen van het Romeinse rijk leefden bovendien ook de Armeniërs en de Georgiërs, die al rond 300 niet alleen in meerderheid Christen waren maar die het Christendom toen zelfs al als staatsgodsdienst hadden aangenomen. In het Romeinse rijk gebeurde dat kort daarna.
De Moslims hebben ruwweg hetzelfde gebied als dat van het antieke Romeinse rijk in ongeveer één eeuw weten te veroveren, met uitzondering van West-Europa, waar de Moslims in Frankrijk tegengehouden zijn door Karel Martel (732), en met uitzondering van het huidige Turkije en de Balkan, waar de Moslims tot in het midden van de vijftiende eeuw zijn tegengehouden door het Oost-Romeinse rijk, door de Byzantijnen. Desondanks is het een geweldige militaire prestatie van de Moslims dat zij in de zevende eeuw in zo korte tijd een gebied hebben weten te veroveren dat zich uitstrekt van Toledo tot Gibraltar, Tunis, Cairo, Damascus, Baghdad, Mekka en verder. Mohammad, zo stelt de islamitische overlevering, was in 632 overleden en had aan het begin van deze geweldsgolf gestaan. Precies een eeuw later komt er een voorlopig einde aan de militaire expansie van de islam door de islamitische nederlaag bij Poitiers in midden-Frankrijk.
Er is geen Moslim die geen weet heeft van deze eeuw van veroveringen. De militaire successen in die tijd worden door islamitische theologen algemeen gezien als een bewijs van de waarheid van de islam en de juistheid van de uitspraken van Mohammed over zichzelf en zijn missie. In de islamitische apologetiek speelt deze eeuw van verovering een grote rol. Indien de Islam niet Gods eigen godsdienst zou zijn, stellen Moslims, en indien Mohammed niet de Gezant van God geweest zou zijn, menen zij, dan hadden deze veroveringen niet plaats kunnen hebben en niet zo succesvol kunnen zijn. Deze veroveringen kunnen beschouwd worden als akbar dalaala alla Sidq muHammad, 'het beste bewijs voor de oprechtheid van Mohammed', zoals een korancommentaar het ergens uitdrukt.
Europeanen die niet gewend zijn dit soort argumenten in de discussie te gebruiken, staan soms met hun mond vol tanden als ze voor de eerste keer met deze stelling geconfronteerd worden. Op heel wat bijeenkomsten die voorgaven een bijdrage te willen leveren aan de dialoog tussen christendom en islam is dit argument onweersproken gebleven. Misschien is dat maar goed ook, want wat heb je aan ruzie. Maar het is een lachwekkende islamitische drogredenering. Als het christendom het Midden-Oosten en Europa voor zich heeft weten te winnen zonder geweld te gebruiken, moeten de christenen er dan van onder de indruk zijn dat anderen, te weten de moslims, een dergelijk gebied hebben weten te veroveren met gebruikmaking van grof militair geweld? Nee natuurlijk. Integendeel.
We moeten niet beginnen aan rare wedstrijden in wonderen, maar kunnen wel vaststellen dat een godsdienst als de islam militair wapengeweld heeft nodig gehad om ongeveer hetzelfde te bewerkstelligen wat het christendom zonder geweld heeft weten te bereiken. Dat bewijst weliswaar niets, maar geeft wel te denken, en slaat Moslims een van hun belangrijkste ‘bewijzen’ voor de Islam uit handen. In de propaganda wijzen Moslims dan ook graag op het latere gewelddadige karakter van kerken en het christendom, in de eeuwen na keizer Constantijn, de keizer die het christendom tot de officiële godsdienst van het Romeinse rijk heeft gemaakt. Dat is natuurlijk waar. De mens is geneigd tot alle kwaad. Toen de staatsmacht in de loop van de vierde eeuw AD eenmaal in christelijke handen was gevallen, is daar uiteraard gebruik van gemaakt op de manier die in die eeuwen normaal gevonden werd. Maar dat was pas na de triomf van het Christendom.
Desgewenst kan wie dat wil zich voor dat latere Christelijke geweld excuseren, ook al zal zijn persoonlijk aandeel in de misstappen die in die eeuwen begaan zijn, gering zijn. Christenen zijn door de schuldbelijdenis die deel uitmaakt van de christelijk liturgie misschien iets te goed getraind in het bekennen van schuld, en dat botst met de opvattingen van de meeste Moslims die juist trots zijn op de oorlogvoering door de islam tegen de christenen, en op de militaire triomfen die daarbij zijn behaald, althans in de begintijd. Later veranderen de krachtsverhoudingen ten gunste van het christendom. Maar we dienen ons goed te realiseren dat de Moslims ook thuis in Medina hadden kunnen blijven. Dat hebben ze niet gedaan, ze zijn ten strijde getrokken. Volgens de islamitische overlevering heeft Mohammed zich in 622 in Medina gevestigd, en sindsdien hebben de Moslims gewapenderhand hun omgeving steeds verder onderworpen. Steeds weer hebben de Moslims ook elke keer de nieuwe buren aan de nieuwe grenzen van hun steeds groeiende rijk de oorlog aangezegd.
Dat is een keuze. Het kan ook anders. Ze hadden het ook kunnen proberen op de manier waarop het christendom in zijn eerste drie eeuwen tot bloei heeft weten te komen. Dat hebben de Moslims niet gedaan, ze zijn in navolging van Mohammed de ene na de andere reeks van gewapende conflicten aangegaan met hun buren, ter uitbreiding van het gebied waar de islam over heerst. De imperialistische veroveringsoorlogen waar deze gevechten en veldslagen deel van hebben uitgemaakt, zijn niet iets waar welke moslim dan ook zich ooit voor zal excuseren. Ze beschouwen, en dat vinden moderne mensen nog wel het vreemdst, tot op de huidige dag de successen die de vroege Moslims op het slagveld hebben weten te behalen als een bewijs van Gods gunst. Gek genoeg worden de nederlagen van de moslims door de moslims niet gezien als een bewijs voor het tegendeel. Als God immers zich met oorlogen bemoeit, dan staat hij in bijvoorbeeld het conflict tussen Israël en de Arabieren tot op heden aan de kant van Israël.
Toen de Moslims eenmaal heer en meester over het Midden-Oosten waren, zijn ze, het is niet anders te zeggen, begonnen met het treiteren en pesten van hun voor het merendeel christelijke machteloze onderdanen. Voor de christenen van Egypte is dat bijvoorbeeld vastgelegd in de ‘Geschiedenis van de Patriarchen van de Egyptische Kerk’, een boekwerk in vele delen, toegeschreven aan Bisschop Severus ibn Al-Mukaffa. Wat is het toch jammer, verdrietig en onbegrijpelijk dat niemand maar dan ook niemand in de top van het CDA bereid is dit boek (dat in het Engels vertaald is) te lezen. Zeiden de Romeinen niet dat de goden eerst verblinden wie zij willen verderven?
Voor de joden in Egypte blijkt dat getreiter onomstotelijk uit de zogeheten Geniza-documenten, een enorme collectie van correspondentie, fragmenten van boekhoudingen, kwitanties, enz., afkomstig uit de middeleeuwse joodse gemeenschap in Cairo. Israëlische intellectuelen en politici zijn tot op zekere hoogte wel vertrouwd met de zogeheten Cairo Geniza, ze beschouwen het in ieder geval wel als een onderdeel van de geschiedenis van het jodendom, anders dan Christelijk intellectuelen, theologen, priesters, bisschoppen en politici die nog nooit van Severus ibn Al-Mukaffa gehoord hebben.
De Moslims zelf schrijven heel openlijk over deze pesterijen in de handboeken van de sharia en in fatwa’s. Historisch is er dus geen enkele twijfel. De literaire overlevering in kronieken van de slachtoffers (Severus), de archeologie (Geniza), en de administratie en rapportage (Sharia) van de plegers stemmen volstrekt overeen. Dat is niet vaak zo, en alleen al daarom zou je denken dat een menigte van wetenschappers zich op deze episode uit de geschiedenis gestort zou hebben.
Maar dat blijkt niet het geval te zijn. Onderzoek met een vraagstelling die de moslimse elite boos zou kunnen maken, wordt door Westerse geleerden meestal nagelaten. Niet omdat de leden van die elite zelf te wapen zouden kunnen lopen, dat zijn stuk voor stuk beschaafde prettige mensen die geen bloed aan hun handen hebben. Voor het bloedvergieten hebben ze de beschikking over de radicalen als Mohammed B. Dat hoeven ze zelf niet te doen. Lichte en alleszins beschaafde druk op Westerse onderzoekers en collega’s (die gelukkig aan een half woord al genoeg hebben) is voldoende om een muur van stilte te creëren.
Waaruit bestaan, volgens de moslims zelf, die pesterijen? De kern daarvan staat opgesomd op een lijst die bekend staat als ‘het Pact van Omar’. Er zijn twee Omar’s kalief geweest, de eerste van 634 tot 644, de tweede van 717 tot 720. Beiden worden genoemd als de vorst onder wie deze regels zijn uitgevaardigd. In het Arabisch heeft deze lijst een wat duidelijker naam: de ‘voorwaarden’, shuruuT, van Omar. Het gaat om de voorwaarden waaronder de christenen, de Samaritanen en de joden binnen de door de islam veroverde gebieden aan hun godsdienst mogen vasthouden. Ze moeten zich door de kleur van hun kleding of hoofdbedekking als niet-moslim kenbaar maken. Hier komt het geel van de jodenster vandaan. Ze mogen geen wapens dragen of bezitten (en zijn dus volkomen weerloos). Paardrijden is verboden. In combinatie met het verbod op het bezit van wapens maakte dit in vroeger tijden het maken van een reis van enige omvang uiteraard onmogelijk.
Jaarlijks diende elke niet-moslim een persoonsbelasting op te brengen. Bij het overhandigen van die belastingpenningen hoorde de inner van die belasting de niet-moslim een klap in zijn nek te geven, bedoeld als een symbolische onthoofding. Het doel hiervan was de niet-moslim er aan te herinneren dat hij was overwonnen door de superieure moslimse legers, dat krijgsgevangenschap, slavernij en onthoofding weliswaar hem bespaard zouden blijven, maar alleen zo lang als de moslimse heersers daar behagen in hadden. Wie denkt dat het hier om theorie gaat moet de boeken van Bat Yeor lezen, of het binnenkort verschijnende boek van de Australische theoloog Marc Durie. Wie niet kon betalen, had de keus tussen moslim worden of de dood. Over al deze vernederingen zwijgen de oosterse christenen het liefst, en ons in het Westen past alleen groot respect voor al diegenen die dit eeuw in eeuw uit hebben weten te verdragen zonder hun kerk ontrouw te worden.
De sharia, het islamitische recht, zoals ontvouwd in de door Moslims voor Moslims geschreven handboeken, voegt daar nog een paar aardigheden aan toe. Groot onderhoud aan kerkgebouwen is niet meer nodig, en dus verboden, want de islam komt het christendom vervangen. Nieuwe kerken en synagogen mogen niet meer gebouwd worden. Wanneer een moslim een christen of jood beschuldigt van ‘belediging van de profeet’, kan de christen of jood in kwestie zich meestal alleen redden door moslim te worden. Kinderen waarvan de vader onbekend is, gelden als moslim. Moslimkinderen moeten door moslims worden opgevoed, dus de kerken hebben nooit de gelegenheid gehad voor kinderen van ongehuwde moeders te zorgen, bijvoorbeeld door die in een klooster te verstoppen. De lijst is lang, tegenwoordig in veel naslagwerken te vinden, en geeft een aardig beeld van hoe vals en gemeen mensen tegen elkaar kunnen zijn, daarbij steeds vroom de blik om hoog wendend en mompelend dat het alleen maar gaat om de uitvoering van de wetten van God.
Christenen mogen niet met moslimse vrouwen huwen, moslims wel met christelijke vrouwen. Dit heeft geleid tot heel wat door hormonen aangedreven bekeringen van christelijke jongemannen. Voor christelijke en joodse meisjes die uitgehuwelijkt werden aan hun moslimse heer en meester, heeft deze regel heel wat vernederingen met zich meegebracht. Christenen kunnen geen getuige à charge zijn in rechtszaken tegen moslims. Dit heeft en had enorme consequenties voor het strafrecht van de sharia. Het moslimse verbod op muziek en wijn geldt volgens veel moslims ook voor kerkmuziek en avondmaalswijn. Het is bijna ongelofelijk maar christen en joden die onder islamitisch oppergezag zijn opgegroeid hebben deze regels meestal volledig geïnternaliseerd. Ook steeds meer Nederlanders zijn deze regels aan het internaliseren, en vinden het vanzelfsprekend dat de moslimse eisen op dit gebied ingewilligd worden, en naar goed Nederlands gebruik lopen ze daarbij soms zelfs vooruit op de eisen die de islam stelt.
Het aardige van het spel is dat de islam veel van die eisen niet eens expliciet stelt. Dat dwingt christenen die onder het gezag van de islam leven, voortdurend zich af te vragen wat wel en niet is toegestaan. De inwoners van het Midden-Oosten hebben daar een fijn gevoel voor ontwikkeld, maar desalniettemin gaat het wel eens fout. Wie in een vrij land is opgevoed, leert het mogelijk nooit, denk aan de Britse onderwijzeres in de Soedan die een Teddybeertje de naam ‘Mohammad’ heeft gegeven, en vervolgens maar met moeite het vege lijf wist te redden. De mooie Romeinse regel nulla poena sine lege, ‘geen straf zonder [duidelijke] wet’, gaat natuurlijk niet op in het islamitisch recht. Die vaagheid van de voorschriften van de sharia is de door vrienden van de islam zo geprezen ‘flexibiliteit’ van de sharia. Die flexibiliteit is vanuit islamitisch perspectief heel effectief, want het dwingt de christenen zich voortdurend af te vragen wat hun moslimse meesters van hen verlangen. En het is bizar om te zien hoe ook Nederlanders geweldig hun best doen te voorkomen dat hun moslimse buren zich ontriefd zouden kunnen voelen. De islam is als weinig andere godsdiensten in staat een beslissende invloed uit te oefenen op het gedachteleven van wie die godsdienst niet aanhangt. Pak een krant en zie de voorbeelden.
Met zo veel juridische regels die de moslims en de islam bevoordelen is het nog een wonder dat moslims en christenen pas zo rond het jaar 1000 AD in het Midden-Oosten gelijk in aantal waren. Alleen in afgelegen gebieden heeft het christendom zich weten te handhaven, bijvoorbeeld de Maronieten in de bergen van Libanon. Na de kruistochten zakt het percentage christenen in de islamitische wereld, tot de tien/vijftien procent die het tot de jaren tachtig van de vorige eeuw ongeveer gebleven is. Alleen in ballingschap, in de Verenigde Staten van Amerika en in Australië, weten de christelijke tradities die zich onder islamitische supervisie gevormd hadden, zich nog wel te handhaven.
Na 9/11 en de millenniumwisseling is er wat dit betreft snel veel veranderd. Zowel uit Libanon, Irak, Syrië als Turkije proberen de laatste inheemse christenen te maken dat ze wegkomen. De orkaan van het sharia-fanatisme, bij ons meestal islamitisch radicalisme of fundamentalisme genoemd, zagen de meesten hunner al veel vroeger aankomen dan wij hier in het Westen. Het kan niet meer dan enkele jaren duren, of de laatste Arabische, Turkse of Syrische christenen zullen Nazareth, Bethlehem, Groot-Syrië, Turkije en Irak verlaten hebben. In moslimse ogen is dat een historisch belangrijke ontwikkeling, die samenvalt met de vreedzame verovering door de islam van Europa. Ons hier in Europa kan het allemaal niks schelen, integendeel, met grenzeloze naïviteit bouwen we moskeeën voor onze migranten uit de islamitische wereld. Terwijl de elite de viool van het multiculturalisme bespeelt, staan de buitenwijken al in brand.
Bij de opmars van de islam speelt die moskee een centrale rol. De moskee is niet alleen het gebedshuis, het is ook het commandocentrum van de jihad. Dagorders worden vanaf de kansel in de moskee uitgevaardigd. Steniging van overspeligen en onthoofding van afvalligen vindt plaats op het plein voor de moskee. Het leger dat op jihad gaat, vertrekt vanaf de moskee. Jihad, strijd tegen het ongeloof en de ongelovigen, wordt sinds Wenens ontzet van 1683 niet meer door staten beoefend, maar door ongrijpbare particuliere organisaties als Al-Qaida, want een staat die jihad gaat voeren zou door de Westerse militaire overmacht vernietigd worden. Gemaskerde individuen daarentegen die vanuit een hinderlaag schieten, zijn lastiger te bestrijden.
De schaamte over de eigen lafheid is verdwenen, strijden met open vizier wordt alleen maar als dom gekenschetst. Schuilen tussen weerloze burgers is voor de helden van de jihad een routinemanoeuvre. Heftig klagen als de vijand ook die burgers treft, behoort tot het dagelijkse spel met de onnozele Westerse persbureaus. Kamikaze-kunstenaars die behalve zichzelf handenvol anderen meenemen de dood in, krijgen uit handen van Islamitische predikanten als Al-Qaradawi de kroon van het martelaarschap opgezet. Deze Al-Qaradawi predikt ook dat Gods laatste bestraffing van de joden ‘door Hitler aan de joden werd voltrokken, maar dat de volgende straf uit de handen van de moslims moet komen’ (30 januari 2009). Deze Al-Qaradawi wordt door invloedrijke PvdA-politici naar Amsterdam gehaald en als hun leidsman gezien. Dieper kan Nederland toch niet vallen, denkt u misschien. Maar dan vergist u zich.
De opmars van de islam kan nog veel verder gaan dan thans het geval is in West-Europa, en is alleen maar te stuiten wanneer we er op letten dat de toekomstige slachtoffers van de jihad (dat wil zeggen: de bevolking van Nederland en de rest van Europa) hun vrijheid van meningsuiting behouden. Mohammed, de stichter van de islam, heeft er altijd goed voor gezorgd eerst eventuele critici het zwijgen op te leggen, meestal door sluipmoord, zoals zijn naamgenoot Mohammed Bouyeri sluipmoord gepleegd heeft op Theo van Gogh. De islamitische traditie zelf levert over dat pas nadat Mohammed zijn tegenstanders met geweld het zwijgen had opgelegd, het proces van islamisering begon. Het is daarom van het allergrootste belang dat we in Nederland niet verder gaan dan al het geval is met het verbieden van kritiek op de islam want de islamitische ideologie is niet bestand tegen het vrije woord.
Het christendom is dat wel. Het christendom is de godsdienst van het woord, de rede, de liefde en de vrijheid. De islam is daarentegen de godsdienst van het geweld, de dwang, de angst en de gehoorzaamheid. De aard van de mens is zodanig dat het er nog om zal spannen welke van die twee godsdiensten het zal winnen.
Arabist Hans Jansen
[‘De opmars van de islam’, in: Profetisch Perspectief, 14de jaargang, voorjaar 2009, nummer 62, pp. 45-50.]
Overgenomen van HoeiBoei (link)
de imperialistische islam
Egon Flaig schreef in 2006 het artikel Der Islam will die Welteroberung. Dit is vertaald en op Het Vrije Volk geplaatst (E.J. Bron). Hieronder de kopie (inclusief typfoutjes, zonder foto).
E.J. Bron 31 mei 2009
Waar de islam naartoe kwam, brak vrede uit. Een terugblik op de oorlogszuchtige tradities van de religie van de vrede, die deze sinds haar oprichting misbruikten, en informatie over wat de islam onderscheidt van andere godsdiensten. Het doel van de islam is de onderwerping van alle ”ongelovigen”. De jihad is heilige plicht. En de moslims zijn vol vertrouwen en zelfbewust dat dit zal lukken (zie foto!)
”Dan willen wij dat de vlag van de islam weer boven deze landschappen waait, die het geluk hadden een tijdlang onder de heerschappij van de islam te zijn en de roep van de muezzins te horen die god prijzen. Daarna doofde het licht van de islam en ze keerden terug tot het ongeloof. Andalusië, Sicilië, de Balkan, Zuid-Italië en de Griekse eilanden zijn allemaal islamitische koloniën, die in de schoot van de islam moeten terugkeren. De Middellandse Zee en de Rode Zee moeten opnieuw islamitische binnenzeeën worden zoals vroeger.” Deze zinnen zijn niet afkomstig van Al-Qaida; ze zijn te vinden in het programma dat de oprichter van de Moslimbroederschap Hassan Al Banna in een rede formuleerde. De Moslimbroederschap heeft tegenwoordig miljoenen leden en heeft zich veel verder dan Egypte verspreid. Haar intellectuelen ageren in Europa en de Verenigde Staten; ze gelden als ”gemiddeld” en worden door de media dienovereenkomstig bediend. Geplande herovering van ”verloren” hoort thuis in de programma’s van staten die strijden om territoriale machtsuitoefening, dus van politieke gemeenschappen. Hoe kan zij in een programma van een religie thuishoren? Is de islam een religie net als andere?
Sinds het begin van de klassieke tijd tussen de 9e en de 11e eeuw verdelen de islamitische juristen de wereld in twee delen, namelijk het ”Huis van de islam” en het ”Huis van de oorlog”. Deze tweedeling is niet afhankelijk van het feit waar veel moslims leven of zelfs de meerderheid vormen, maar waar d eislam heerst – in de vorm van de sharia – of waar hij niet heerst. Deze vertakking is dus geen religieuze, maar een politieke. Tussen deze beide delen van de wereld heerst natuurlijk zo lang oorlog tot het ”Huis van de oorlog” niet meer bestaat en de islam over de wereld heerst (soera 8, 39 en 9:41). Daarom bestaat volgens de klassieke leer voor de islamitische wereldgemeenschap de plicht om oorlog te voeren tegen de ongelovigen, totdat deze zich bekeren of zich onderwerpen.
Deze oorlog heet jihad. Luidde de missieopdracht van Jezus om alle volkeren te bekeren, hen echter niet hun politieke orde af te nemen, het doel van de islam is om alle niet-islamieten politiek te onderwerpen, hen echter hun religie te laten, mits het boekreligies zijn. Het algemene bevel van god tot de jihad wordt ontnomen uit soera 9:29. Zeker, hele kleine pacifistische stromingen binnen de islam hebben deze interpretatie niet geaccepteerd. De sjiieten accepteren deze interpretatie weliswaar, maar eisen dat een echte imam de islamitische gemeenschap aanvoert (en op zo eentje wachten ze al meer dan dertien eeuwen). Daarom geldt voor hen voorlopig alleen de defensieve jihad, dus in het geval de islamitische gemeenschap wordt aangevallen.
Daarentegen hebben de andere stromingen de uitspraak van soera 9:29 geradicaliseerd: ze zien in de jihad een individuele plicht van iedere geschikte moslim, die als de zesde zuil naast de andere cruciale plichten staat. Consequentie van deze leer: als ieder of aan de collectieve oorlogvoering tegen de ongelovigen moet meedoen of – indien de islamitische gemeenschap daarvoor op dit moment te zwak is – allen, groepsgewijs op eigen houtje krijgszuchtig moet ageren, dan zijn moor- en terreuraanslagen het juiste. Wat deze stromingen voor de offensieve jihad eisen, geldt bij de meeste vertegenwoordigers van de orthodoxe leer van de Soennah als de defensieve: wordt d eislam aangevallen of wordt er islamitisch territorium door ongelovigen bezet, dan wordt de jihad tot individuele plicht; een fatwa van de grootmoefti van de Al-Azhar-universiteit in Cairo van 1948 – gericht tegen Israël – laat daarover geen enkele twijfel bestaan. Iedere vijandige macht, die zich aan de Haagse voorschriften betreffende een landoorlog houdt en strikt onderscheid maakt tussen combattanten en niet-combattanten, raakt hierbij in grote moeilijkheden.
De staat van oorlog duurt voort totdat het ”Huis van de oorlog” vernietigd en de wereld veroverd is. Daarom noemt Majid Khadurri de islam een ”goddelijke heerschappij van de wet op imperialistische basis”. Vredesverdragen, die islamitische heersers sloten met niet-islamitische, gelden slechts als wapenstilstanden; daarom werden ze in de regel maar voor tien jaar gesloten; twee juridische scholen stonden slechts drie tot vier jaar vrede toe. Die korte periodes maakten het voor de militair sterkere moslims mogelijk om de tegenstander aan één stuk door te chanteren; op deze manier zijn in de loop der eeuwen enorme massa’s geld en mensen naar de islamitische kant gevloeid. Toen de krachtsverhoudingen veranderden, moesten de islamitische heersers de praktijk veranderen. Zo sloot bijvoorbeeld Suleiman de Prachtige in 1535 een vrede met de koning van Frankrijk die zo lang zou duren dat de sultan leefde – een breuk met de traditie. Christelijke theologen probeerden – met het oog op een pluraliteit van staten – te definiëren wat een ”rechtvaardige” oorlog was en wat niet; oorlogen alleen omwille van het geloof golden overwegend niet als rechtvaardig. Voor islamitische geleerden echter is het ”Huis van de islam” een politieke eenheid die geen interne oorlog duldt; daarom is alleen de oorlog om de ongelovigen te onderwerpen legitiem geweest en bovendien plicht, zoals de beroemde geleerde Ibn Chaldun in de 14e eeuw categorisch zegt: ”In de islam is de jihad wettelijk voorgeschreven, omdat hij een universele opdracht heeft en eraan gehouden is de hele mensheid vrijwillig of gedwongen tot de religie van de islam te bekeren.”
De oorlogsregels van de jihad zijn flexibel. Van het ontzien via massale slavernij tot massale doding is volgens Khadduri alles mogelijk, net zoals bij de Grieken en de Romeinen. Dat onderscheidt de heilige oorlogen van de islam fundamenteel van die van het Oudtestamentische Israël, die erop gericht waren alle mannen buiten Israël te doden, op Israëlisch grondgebied echter alle levenden te vernietigen. We hebben de gewoonte om ons boos te maken over datgene wat de kruisvaarders in het jaar 1099 in Jeruzalem aanrichtten. De kruisvaarders handelden evenwel volgens gangbaar oorlogsrecht; islamitische veroveraars deden dit ononderbroken en overal: in 698 werd Carthago getroffen, in 838 Syracus; de beruchte vizier van het grootkalifaat Córdoba, Al Mansur, voerde in zevenentwintig jaar vijfentwintig veldtochten uit tegen de christelijke rijken in Noord-Spanje, slaven makend, verwoestend en vernietigend; Zamora werd getroffen (981), Coimbra (987), León, tweemaal Barcelona (985 en 1008) en Santiago de Compostela (997).
Het ergst verwoestte de jihad het destijds nog zo stedenrijke Byzantijnse Anatolië; het bloedbad van Amorium (838) is lange tijd een waarschuwend teken gebleven; de stedelijke cultuur van Anatolië heeft zich daar nooit meer van hersteld.
De Seltsjoek Alp Arslan liet complete Armeense steden uitmoorden, het ergst in 1064 de hoofdstad Ani. Meer dan gerechtvaardigd is daarom het oordeel van Bat Ye'or: ”De mateloosheid, de regelmatigheid en het systematische karakter van de door islamitische theologen tot norm verheven verwoestingen onderscheiden de jihad van andere veroveringsoorlogen.” Zeker, de massale verslaving bleef het meest geliefde oorlogsdoel. Zo ontstond in de 8e eeuw de grootste slavenhoudersmaatschappij uit de wereldgeschiedenis; deze had een constante aanvoer van nieuwe slaven nodig en transformeerde het Afrikaanse continent tot grootste slavenleverancier, een lot waar Europa ternauwernood aan ontsnapte.
Uniek is de enorme snelheid waarmee binnen negentig jaar een groot Arabisch rijk tussen Zuid-Frankrijk en India ontstond, zonder dat ook maar een enkele veroveraar de expansie gestuurd zou hebben. Het succesvolste imperialisme uit de wereldgeschiedenis wekte niet in de laatste plaats de bewondering van Hegel: ”Nog nooit heeft het enthousiasme als zodanig grotere daden volbracht.” Als ”enthousiasme” in staat was dot te doen, waarop berustte het dan? Het antwoord is eenvoudig: op het martelaarschap. Dit wordt geïllustreerd door een gebeurtenis in het jaar 963 in Constantinopel: keizer Nikephoros Phokas had vlak daarvoor de Arabische bezetter van Kreta verdreven; nu plande hij een grote oorlog om Oost-Anatolië en Noord-Syrië van de islamitische heerschappij te bevrijden. Een concilie zou hem moeten helpen; hij verzocht de bijeengekomen bisschoppen dringend dat ze soldaten, die in de op handen zijnde strijd zouden sneuvelen, tot martelaar zouden verheffen. Deze soldaten zouden dus zeker zijn geweest van het paradijs. De patriarch keerde zich tegen de keizer; geen enkel kerkelijk concilie zou in staat zijn vooruit te lopen op het raadsbesluit van God; alleen God zelf zou over het heil beslissen.
Een uiterst belangrijk moment in de wereldgeschiedenis. De keizer wist wat er op het spel stond. Steeds opnieuw hadden de Byzantijnen moeten meemaken hoe de islamitische troepen vochten met een dapperheid waartoe de christenen niet in staat waren. Gesneuvelde moslims gelden voor het geloof als martelaars en marcheren als gevallenen rechtstreeks het paradijs binnen. In de beide religies bestaat een fundamenteel verschil wat betreft het begrip martelaar. Christelijke martelaars imiteren het lijden van Jezus, ondergaan passieve martelingen en de dood; islamitische martelaars zijn actieve strijders.
Maatgevend voor de bereidheid om te sterven van de strijders is de onbreekbare belofte dat diegene die voor zijn geloof sterft de eeuwige heil zou krijgen (soera 4, 74-76). Moslims zouden zich tegen een tienvoudige overmacht staande moeten houden (soera 8, 66-67); latere rechtsgeleerden stonden de terugtrekking toe, zoals Khadduri schrijft, mits men tegenover een dubbele overmacht van de vijand stond. Omdat de beslissende bron van iedere oorlog de mens en diens bereidheid om zich op te offeren is, hielp het de Byzantijnen niets technisch gelijkwaardig te zijn aan de Arabieren en Seltsjoeken; op de lange termijn moesten ze verliezen, tenzij hun moraal dezelfde hoogte zou bereiken. Een grotere bereidheid tot sterven brengt enorme voordelen in de gevechtssituatie met zich mee; er zijn riskante operaties en dappere manoeuvres uit te voeren die de vijand verrassen en in de war brengen; zodoende zijn er overwinningen af te dwingen die technisch en materieel gezien bijna niet mogelijk schenen, veldslagen te winnen die onder slechte omstandigheden verloren werden.
Nikepheros was op de hoogte van de militaire consequenties van soera 4, 76-77; hij was de eerste die principiële militaire inferioriteit van de christelijke religie probeerde te corrigeren. Maar de bisschoppen van de oosterse kerk zagen zichzelf niet in staat om hun theologie dusdanig te manipuleren dat een militair martelaarschap zou hebben kunnen ontstaan. Daarbij bleef het. De Byzantijnse keizers moesten hun moeilijke verdedigingsoorlogen tegen de voortdurende Saraceense en Seltsjoekse agressie voeren zonder dat hun de religie daar hielp waar hulp het meest nodig was.
Pas de westerse kerk veranderde de theologisch-politieke situatie; toen paus Urbanus II in 1095 opriep tot de eerste kruistocht, beloofde hij de christelijke soldaten de kwijtschelding van al hun zonden: gesneuvelde kruissoldaten omzeilden zodoende het goddelijke oordeel; ze werden in zoverre op gelijke hoogte gesteld met de martelaars, hoewel ze deze naam niet kregen. De paus als hoofd van een monarchistisch georganiseerde kerk deed precies datgene waartoe een concilie van oosterse bisschoppen niet in staat bleek te zijn: hij beschikte over het heil. De pauselijke kerk kon nu net zulke ”heilige oorlogen” voeren, zoals de islam dat al eeuwen lang placht te doen. Waarin onderscheiden zich dan de kruistochten en de jihad? Kruistochten konden alleen worden uitgeroepen door de paus; daarom waren er niet veel – vergeleken met de ontelbare, onophoudelijke en alomtegenwoordige jihad van de islamitische wereld.
En de doelen van de kruistochten bleven nauwkeurig begrensd; in november 1095 noemde Urbanus II in Clermont het doel en de reden van de kruistocht: ”Het is onvermijdelijk om onze broeders in de Oriënt snel te hulp te komen. De Turken en de Arabieren hebben hen aangevallen en zijn in het gebied van Romanië (Constantinopel) opgerukt; en doordat ze steeds dieper doordrongen in het land van deze christenen, hebben ze hen zevenmaal in een veldslag overwonnen, hebben ze een groot aantal van hen gedood en gevangen genomen. Als jullie je nu niet tegen hen verzetten, dan zullen de trouwe dienaren van God in de Oriënt niet langer zijn opgewassen tegen hun stormaanval.” De eerste kruistochten hadden tot doel om of christenen in nood te hulp te komen of de heilige plaatsen in Palestina te bevrijden of de door moslims onderworpen christenen te bevrijden.
Urbanus II zag dat goed. Als Constantinopel al in het jaar 100 gevallen zou zijn, dan zou de enorme militaire kracht van de Turkse legers Midden-Europa al vierhonderd jaar eerder hebben geteisterd. Dan zou de veelzijdige Europese cultuur waarschijnlijk niet zijn ontstaan: geen vrije stedelijke wetten, geen grondwetdebatten, geen kathedralen, geen Renaissance, geen opbloei van de wetenschappen; want in het islamitische gebied verdween het vrije – Griekse! – denken juist in deze periode. Jacob Burckhardts oordeel - ”Een geluk dat Europa in zijn geheel de islam afweerde” – betekent gewoon ook, dat wij aan de kruistochten net zoveel te danken hebben als aan de Griekse verdedigingsoorlogen tegen de Perzen.
Werden kruistochten echter niet vaak misbruikt? Zeker. Kruistochten ”ontspoorden” en werden ”voor een andere bestemming gebruikt”, zoals de kruistocht die in 1024 leidde tot de verovering van het christelijke Constantinopel. Maar dat gebeurde met de jihad veel vaker. Als er een tekort aan slaven ontstond, voerden emirs niet alleen oorlog tegen niet-islamitische volkeren, die tot slaaf dienden te worden gemaakt, maar ook steeds vaker tegen islamitische volkeren, onder het voorwendsel dat zij geen echte moslims zouden zijn. Dat gebeurde vooral in Afrika en tegen zwarte Afrikanen, zoals toen in 1468 Songhay en daarna in 1552 Mali door de Marokkanen werd overvallen en ook toen in de 18e eeuw religieuze hervormers in de Sahel hun jihad tegen de geïslamiseerde Haussa-steden voerden, waaruit het kalifaat Sokoto ontstond – met het op twee na hoogste aantal slaven na Brazilië en de zuidelijke staten van Amerika. Afrika lijdt tot aan de dag van vandaag aan de gevolgen van deze steeds verder gaande jihad met zijn genociden en massale slavernij.
Voor welke politieke orde echter voerden de moslims hun heilige oorlogen met deze heftigheid en dit succes? Voor de sharia. Een politieke orde die ten eerste streng onderscheid maakt tussen heren en onderworpenen, ten tweede de politieke en sociale orde in hoge mate onttrekt aan de menselijke beschikking. Laten we bij het eerste aspect blijven: in de sharia zijn de moslims de heren, de aanhangers van andere boekreligies – christenen, joden, Zoroastristen, boeddhisten – onderworpenen, ”dhimmi’s”; daarbij ging het niet om religieuze minderheden, maar om enorme meerderheden, vooral in Syrië, in Anatolië of om de christenen van Noord-Afrika.
De onderworpenen mochten geen wapens dragen, ze waren niet in staat zich te verdedigen en dus geen volwaardige mannen. Christenen en joden moesten speciale kleuren of kledingstukken dragen (deze discriminatie leidde tot de Jodenster) om als ”dhimmi” herkenbaar te zijn; ze mochten niet op paarden rijden, maar alleen op ezels, opdat ze constant werden herinnerd aan hun vernedering; ze betaalden een persoonlijk tribuut (jizya), waarbij ze een klap op hun hoofd kregen. Ze moesten zich door moslims laten slaan zonder zich te mogen verdedigen; sloeg een ”dhimmi” terug, dan werd zijn hand afgehakt of hij werd terechtgesteld. De getuigenis van een ”dhimmi” gold niet tegen moslims; deze kregen voor een misdaad tegen een ”dhimmi”slechts de halve straf; en vanwege zo’n onderworpene konden ze niet worden terechtgesteld. Omgekeerd waren de meest gruwelijke soorten terechtstellingen voorbehouden aan de ”dhimmi”.
Zelfs de discriminatie van de joden, waartoe vierhonderd jaar na de islam de westerse kerk op het vierde Lateraans concilie in 1215 overging en die zo barbaars aandoet, beoogde en bereikte niet zo’n vernedering in die orde van grootte. Een bijzondere pijniging bracht de Turkse heerschappij: sinds 1360 werd met regelmatige tussenpozen tot een vijfde deel van alle christelijke kinderen tot slaaf gemaakt. Ze werden gedwongen bekeerd.
De hoeveelheid slaven is in de loop van vier eeuwen waarschijnlijk opgelopen tot miljoenen; daarvan werden honderdduizenden uitgekozen jongens tot fanatieke moslims en elitestrijders opgevoed, tot de beruchte Janitsaren: een politiek tot systematische vermeerdering van de islamitische bevolking en tot langzame vernietiging van de christenen. Deze had succes. De ”dhimmitude” verplaatste de niet-moslim in een radicale ”andersheid”: om de mensen in deze toestand ”tweederangs burgers” te noemen is mooipraterij. Net zoals het nationaalsocialisme de mensen op racistische basis splitste in ”Herren- en Untermenschen”, zo heeft de sharia dit op religieuze basis gedaan. Als eerste wereldreligie creëerde de islam een apartheid, waarin de christelijke of ook de Zoroastrische meerderheden gekoloniseerd en langzamerhand geïslamiseerd werden. Islamitische tolerantie betekent: het dulden van de onderworpenen als gedeemoedigden en vernederden. Dat is allemaal bekend door studies over de ”dhimmitude”. Maar wie wil horen over de miljoenen slachtoffers?
De islam heeft enorme territoria religieus ”gezuiverd”: de tweede kalief maakte de Hidjaz, dus Arabië zonder Jemen, ”christenrein” en “jodenrein”; het alternatief was bekering of verdrijving. Dat heeft – afgezien van Oudtestamentische gevallen – nog nooit een religie gedaan. Op dezelfde manier ”reinigden” de Almohaden en de Almoraviden hun Spanje na de ineenstorting van het kalifaat in 1031: tienduizenden joden en christenen moesten zich of bekeren of vluchten naar het christelijke Noord-Spanje of naar de Levant. Zeker, Engelse en Franse koningen en daarna de koningen van Spanje zelf deden later hetzelfde; ze gebruikten daarbij een islamitisch recept.
En de pogroms? Sinds kalief Al-Muttawakkil (847 – 861) gutsten er steeds opnieuw vervolgingen over de Oriënt en Noord-Afrika, waarbij joden en christenen gedwongen bekeerd, verdreven of afgeslacht werden. De constante verwoesting van kerken ging door tot in de voorlaatste eeuw. Langzamerhand verlopen op het geromantiseerde beeld van het islamitische Spanje, dat het Europese anti-imperialisme in de 19e eeuw heeft geschapen, de bloemige kleuren. Zorgvuldige verwerking van de documenten brengen hieronder een ander beeld aan het licht. Daar kwam het in 889 in Elvira en in 891 in Sevilla tot omvangrijke pogroms tegen christenen. In het Marokkaanse Fez werden in 1033 meer dan 6000 joden afgeslacht. In 1058 werd het christelijke Antiochië met martelingen en doodsbedreigingen islamitisch gemaakt.
De eerste grote pogrom tegen joden op Europese bodem vond in 1066 in het islamitische Granada plaats; daarbij kwamen 1500 joodse families om het leven. In 1135 werd de joodse wijk van Córdoba in de as gelegd, het is beter om het aantal doden maar niet te weten. In 1159 stonden alle christenen in Tunis voor de keuze om zich te bekeren of te sterven. Rond deze tijd werd het ooit zo vitale christendom in Noord-Afrika volledig vernietigd. De pogroms in het christelijke heerschappijgebied zijn geen roemvolle bladzijde van de Europese cultuur; maar ze zijn niet te vergelijken met die in de islamitische wereld. We hebben dringend een vergelijkende historie van religieuze onderdrukking nodig.
Praten we over de integratie van de joden? Nergens onder de heerschappij van de islam, ook niet in het Spaanse kalifaat, waren joden burgers van hun stad; ze bleven altijd onderworpenen. In menig Duitse stad – Worms, Augsburg en andere – in de bloeitijd van de Middeleeuwen hadden de joodse stadsburgers bijzondere rechten. Ze hadden het recht wapens te dragen en waren welgestelder dan armere christelijke inwoners. Ze waren tot in de 14e eeuw, toen hun situatie verslechterde, veel beter geïntegreerd dan de joden in het islamitische Spanje het ooit konden zijn. Wie de politieke integratie als het belangrijkste beschouwt, komt er niet omheen Augsburg boven Córdoba te plaatsen. Dat is allemaal al meer dan vijftien jaar wetenschappelijk bekend. Maar wie wil het horen?
Zijn historie niet te kennen betekent dat je deze moet herhalen. Wie nog steeds het sprookje van de islamitische tolerantie verspreidt, hindert die islamitische intellectuelen die serieus werken aan een hervorming van de islam, die in de 19e eeuw zo veelbelovend begon. Want hij berooft ze van een kans een verleden te overwinnen dat anders een afschuwelijke tegenwoordige tijd dreigt te worden. Als het de hervormers zou lukken om de islam radicaal te depolitiseren, dan zouden de moslims echte burgers in hun staten kunnen worden. Overblijven zou die hoogst spirituele religie, die niet alleen Goethe heeft gefascineerd: Hegel noemde de islam de ”religie der verhevenheid”. Dat zou hij kunnen worden.
LINK: http://www.faz.net/s/Rub475F682E3FC24868A8A5276D4FB916D7/Doc~E2671621C1A9B4E51A70E106F774BB376~ATpl~Ecommon~Scontent.html
Bron: www.faz.net
Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
E.J. Bron 31 mei 2009
Waar de islam naartoe kwam, brak vrede uit. Een terugblik op de oorlogszuchtige tradities van de religie van de vrede, die deze sinds haar oprichting misbruikten, en informatie over wat de islam onderscheidt van andere godsdiensten. Het doel van de islam is de onderwerping van alle ”ongelovigen”. De jihad is heilige plicht. En de moslims zijn vol vertrouwen en zelfbewust dat dit zal lukken (zie foto!)
”Dan willen wij dat de vlag van de islam weer boven deze landschappen waait, die het geluk hadden een tijdlang onder de heerschappij van de islam te zijn en de roep van de muezzins te horen die god prijzen. Daarna doofde het licht van de islam en ze keerden terug tot het ongeloof. Andalusië, Sicilië, de Balkan, Zuid-Italië en de Griekse eilanden zijn allemaal islamitische koloniën, die in de schoot van de islam moeten terugkeren. De Middellandse Zee en de Rode Zee moeten opnieuw islamitische binnenzeeën worden zoals vroeger.” Deze zinnen zijn niet afkomstig van Al-Qaida; ze zijn te vinden in het programma dat de oprichter van de Moslimbroederschap Hassan Al Banna in een rede formuleerde. De Moslimbroederschap heeft tegenwoordig miljoenen leden en heeft zich veel verder dan Egypte verspreid. Haar intellectuelen ageren in Europa en de Verenigde Staten; ze gelden als ”gemiddeld” en worden door de media dienovereenkomstig bediend. Geplande herovering van ”verloren” hoort thuis in de programma’s van staten die strijden om territoriale machtsuitoefening, dus van politieke gemeenschappen. Hoe kan zij in een programma van een religie thuishoren? Is de islam een religie net als andere?
Sinds het begin van de klassieke tijd tussen de 9e en de 11e eeuw verdelen de islamitische juristen de wereld in twee delen, namelijk het ”Huis van de islam” en het ”Huis van de oorlog”. Deze tweedeling is niet afhankelijk van het feit waar veel moslims leven of zelfs de meerderheid vormen, maar waar d eislam heerst – in de vorm van de sharia – of waar hij niet heerst. Deze vertakking is dus geen religieuze, maar een politieke. Tussen deze beide delen van de wereld heerst natuurlijk zo lang oorlog tot het ”Huis van de oorlog” niet meer bestaat en de islam over de wereld heerst (soera 8, 39 en 9:41). Daarom bestaat volgens de klassieke leer voor de islamitische wereldgemeenschap de plicht om oorlog te voeren tegen de ongelovigen, totdat deze zich bekeren of zich onderwerpen.
Deze oorlog heet jihad. Luidde de missieopdracht van Jezus om alle volkeren te bekeren, hen echter niet hun politieke orde af te nemen, het doel van de islam is om alle niet-islamieten politiek te onderwerpen, hen echter hun religie te laten, mits het boekreligies zijn. Het algemene bevel van god tot de jihad wordt ontnomen uit soera 9:29. Zeker, hele kleine pacifistische stromingen binnen de islam hebben deze interpretatie niet geaccepteerd. De sjiieten accepteren deze interpretatie weliswaar, maar eisen dat een echte imam de islamitische gemeenschap aanvoert (en op zo eentje wachten ze al meer dan dertien eeuwen). Daarom geldt voor hen voorlopig alleen de defensieve jihad, dus in het geval de islamitische gemeenschap wordt aangevallen.
Daarentegen hebben de andere stromingen de uitspraak van soera 9:29 geradicaliseerd: ze zien in de jihad een individuele plicht van iedere geschikte moslim, die als de zesde zuil naast de andere cruciale plichten staat. Consequentie van deze leer: als ieder of aan de collectieve oorlogvoering tegen de ongelovigen moet meedoen of – indien de islamitische gemeenschap daarvoor op dit moment te zwak is – allen, groepsgewijs op eigen houtje krijgszuchtig moet ageren, dan zijn moor- en terreuraanslagen het juiste. Wat deze stromingen voor de offensieve jihad eisen, geldt bij de meeste vertegenwoordigers van de orthodoxe leer van de Soennah als de defensieve: wordt d eislam aangevallen of wordt er islamitisch territorium door ongelovigen bezet, dan wordt de jihad tot individuele plicht; een fatwa van de grootmoefti van de Al-Azhar-universiteit in Cairo van 1948 – gericht tegen Israël – laat daarover geen enkele twijfel bestaan. Iedere vijandige macht, die zich aan de Haagse voorschriften betreffende een landoorlog houdt en strikt onderscheid maakt tussen combattanten en niet-combattanten, raakt hierbij in grote moeilijkheden.
De staat van oorlog duurt voort totdat het ”Huis van de oorlog” vernietigd en de wereld veroverd is. Daarom noemt Majid Khadurri de islam een ”goddelijke heerschappij van de wet op imperialistische basis”. Vredesverdragen, die islamitische heersers sloten met niet-islamitische, gelden slechts als wapenstilstanden; daarom werden ze in de regel maar voor tien jaar gesloten; twee juridische scholen stonden slechts drie tot vier jaar vrede toe. Die korte periodes maakten het voor de militair sterkere moslims mogelijk om de tegenstander aan één stuk door te chanteren; op deze manier zijn in de loop der eeuwen enorme massa’s geld en mensen naar de islamitische kant gevloeid. Toen de krachtsverhoudingen veranderden, moesten de islamitische heersers de praktijk veranderen. Zo sloot bijvoorbeeld Suleiman de Prachtige in 1535 een vrede met de koning van Frankrijk die zo lang zou duren dat de sultan leefde – een breuk met de traditie. Christelijke theologen probeerden – met het oog op een pluraliteit van staten – te definiëren wat een ”rechtvaardige” oorlog was en wat niet; oorlogen alleen omwille van het geloof golden overwegend niet als rechtvaardig. Voor islamitische geleerden echter is het ”Huis van de islam” een politieke eenheid die geen interne oorlog duldt; daarom is alleen de oorlog om de ongelovigen te onderwerpen legitiem geweest en bovendien plicht, zoals de beroemde geleerde Ibn Chaldun in de 14e eeuw categorisch zegt: ”In de islam is de jihad wettelijk voorgeschreven, omdat hij een universele opdracht heeft en eraan gehouden is de hele mensheid vrijwillig of gedwongen tot de religie van de islam te bekeren.”
De oorlogsregels van de jihad zijn flexibel. Van het ontzien via massale slavernij tot massale doding is volgens Khadduri alles mogelijk, net zoals bij de Grieken en de Romeinen. Dat onderscheidt de heilige oorlogen van de islam fundamenteel van die van het Oudtestamentische Israël, die erop gericht waren alle mannen buiten Israël te doden, op Israëlisch grondgebied echter alle levenden te vernietigen. We hebben de gewoonte om ons boos te maken over datgene wat de kruisvaarders in het jaar 1099 in Jeruzalem aanrichtten. De kruisvaarders handelden evenwel volgens gangbaar oorlogsrecht; islamitische veroveraars deden dit ononderbroken en overal: in 698 werd Carthago getroffen, in 838 Syracus; de beruchte vizier van het grootkalifaat Córdoba, Al Mansur, voerde in zevenentwintig jaar vijfentwintig veldtochten uit tegen de christelijke rijken in Noord-Spanje, slaven makend, verwoestend en vernietigend; Zamora werd getroffen (981), Coimbra (987), León, tweemaal Barcelona (985 en 1008) en Santiago de Compostela (997).
Het ergst verwoestte de jihad het destijds nog zo stedenrijke Byzantijnse Anatolië; het bloedbad van Amorium (838) is lange tijd een waarschuwend teken gebleven; de stedelijke cultuur van Anatolië heeft zich daar nooit meer van hersteld.
De Seltsjoek Alp Arslan liet complete Armeense steden uitmoorden, het ergst in 1064 de hoofdstad Ani. Meer dan gerechtvaardigd is daarom het oordeel van Bat Ye'or: ”De mateloosheid, de regelmatigheid en het systematische karakter van de door islamitische theologen tot norm verheven verwoestingen onderscheiden de jihad van andere veroveringsoorlogen.” Zeker, de massale verslaving bleef het meest geliefde oorlogsdoel. Zo ontstond in de 8e eeuw de grootste slavenhoudersmaatschappij uit de wereldgeschiedenis; deze had een constante aanvoer van nieuwe slaven nodig en transformeerde het Afrikaanse continent tot grootste slavenleverancier, een lot waar Europa ternauwernood aan ontsnapte.
Uniek is de enorme snelheid waarmee binnen negentig jaar een groot Arabisch rijk tussen Zuid-Frankrijk en India ontstond, zonder dat ook maar een enkele veroveraar de expansie gestuurd zou hebben. Het succesvolste imperialisme uit de wereldgeschiedenis wekte niet in de laatste plaats de bewondering van Hegel: ”Nog nooit heeft het enthousiasme als zodanig grotere daden volbracht.” Als ”enthousiasme” in staat was dot te doen, waarop berustte het dan? Het antwoord is eenvoudig: op het martelaarschap. Dit wordt geïllustreerd door een gebeurtenis in het jaar 963 in Constantinopel: keizer Nikephoros Phokas had vlak daarvoor de Arabische bezetter van Kreta verdreven; nu plande hij een grote oorlog om Oost-Anatolië en Noord-Syrië van de islamitische heerschappij te bevrijden. Een concilie zou hem moeten helpen; hij verzocht de bijeengekomen bisschoppen dringend dat ze soldaten, die in de op handen zijnde strijd zouden sneuvelen, tot martelaar zouden verheffen. Deze soldaten zouden dus zeker zijn geweest van het paradijs. De patriarch keerde zich tegen de keizer; geen enkel kerkelijk concilie zou in staat zijn vooruit te lopen op het raadsbesluit van God; alleen God zelf zou over het heil beslissen.
Een uiterst belangrijk moment in de wereldgeschiedenis. De keizer wist wat er op het spel stond. Steeds opnieuw hadden de Byzantijnen moeten meemaken hoe de islamitische troepen vochten met een dapperheid waartoe de christenen niet in staat waren. Gesneuvelde moslims gelden voor het geloof als martelaars en marcheren als gevallenen rechtstreeks het paradijs binnen. In de beide religies bestaat een fundamenteel verschil wat betreft het begrip martelaar. Christelijke martelaars imiteren het lijden van Jezus, ondergaan passieve martelingen en de dood; islamitische martelaars zijn actieve strijders.
Maatgevend voor de bereidheid om te sterven van de strijders is de onbreekbare belofte dat diegene die voor zijn geloof sterft de eeuwige heil zou krijgen (soera 4, 74-76). Moslims zouden zich tegen een tienvoudige overmacht staande moeten houden (soera 8, 66-67); latere rechtsgeleerden stonden de terugtrekking toe, zoals Khadduri schrijft, mits men tegenover een dubbele overmacht van de vijand stond. Omdat de beslissende bron van iedere oorlog de mens en diens bereidheid om zich op te offeren is, hielp het de Byzantijnen niets technisch gelijkwaardig te zijn aan de Arabieren en Seltsjoeken; op de lange termijn moesten ze verliezen, tenzij hun moraal dezelfde hoogte zou bereiken. Een grotere bereidheid tot sterven brengt enorme voordelen in de gevechtssituatie met zich mee; er zijn riskante operaties en dappere manoeuvres uit te voeren die de vijand verrassen en in de war brengen; zodoende zijn er overwinningen af te dwingen die technisch en materieel gezien bijna niet mogelijk schenen, veldslagen te winnen die onder slechte omstandigheden verloren werden.
Nikepheros was op de hoogte van de militaire consequenties van soera 4, 76-77; hij was de eerste die principiële militaire inferioriteit van de christelijke religie probeerde te corrigeren. Maar de bisschoppen van de oosterse kerk zagen zichzelf niet in staat om hun theologie dusdanig te manipuleren dat een militair martelaarschap zou hebben kunnen ontstaan. Daarbij bleef het. De Byzantijnse keizers moesten hun moeilijke verdedigingsoorlogen tegen de voortdurende Saraceense en Seltsjoekse agressie voeren zonder dat hun de religie daar hielp waar hulp het meest nodig was.
Pas de westerse kerk veranderde de theologisch-politieke situatie; toen paus Urbanus II in 1095 opriep tot de eerste kruistocht, beloofde hij de christelijke soldaten de kwijtschelding van al hun zonden: gesneuvelde kruissoldaten omzeilden zodoende het goddelijke oordeel; ze werden in zoverre op gelijke hoogte gesteld met de martelaars, hoewel ze deze naam niet kregen. De paus als hoofd van een monarchistisch georganiseerde kerk deed precies datgene waartoe een concilie van oosterse bisschoppen niet in staat bleek te zijn: hij beschikte over het heil. De pauselijke kerk kon nu net zulke ”heilige oorlogen” voeren, zoals de islam dat al eeuwen lang placht te doen. Waarin onderscheiden zich dan de kruistochten en de jihad? Kruistochten konden alleen worden uitgeroepen door de paus; daarom waren er niet veel – vergeleken met de ontelbare, onophoudelijke en alomtegenwoordige jihad van de islamitische wereld.
En de doelen van de kruistochten bleven nauwkeurig begrensd; in november 1095 noemde Urbanus II in Clermont het doel en de reden van de kruistocht: ”Het is onvermijdelijk om onze broeders in de Oriënt snel te hulp te komen. De Turken en de Arabieren hebben hen aangevallen en zijn in het gebied van Romanië (Constantinopel) opgerukt; en doordat ze steeds dieper doordrongen in het land van deze christenen, hebben ze hen zevenmaal in een veldslag overwonnen, hebben ze een groot aantal van hen gedood en gevangen genomen. Als jullie je nu niet tegen hen verzetten, dan zullen de trouwe dienaren van God in de Oriënt niet langer zijn opgewassen tegen hun stormaanval.” De eerste kruistochten hadden tot doel om of christenen in nood te hulp te komen of de heilige plaatsen in Palestina te bevrijden of de door moslims onderworpen christenen te bevrijden.
Urbanus II zag dat goed. Als Constantinopel al in het jaar 100 gevallen zou zijn, dan zou de enorme militaire kracht van de Turkse legers Midden-Europa al vierhonderd jaar eerder hebben geteisterd. Dan zou de veelzijdige Europese cultuur waarschijnlijk niet zijn ontstaan: geen vrije stedelijke wetten, geen grondwetdebatten, geen kathedralen, geen Renaissance, geen opbloei van de wetenschappen; want in het islamitische gebied verdween het vrije – Griekse! – denken juist in deze periode. Jacob Burckhardts oordeel - ”Een geluk dat Europa in zijn geheel de islam afweerde” – betekent gewoon ook, dat wij aan de kruistochten net zoveel te danken hebben als aan de Griekse verdedigingsoorlogen tegen de Perzen.
Werden kruistochten echter niet vaak misbruikt? Zeker. Kruistochten ”ontspoorden” en werden ”voor een andere bestemming gebruikt”, zoals de kruistocht die in 1024 leidde tot de verovering van het christelijke Constantinopel. Maar dat gebeurde met de jihad veel vaker. Als er een tekort aan slaven ontstond, voerden emirs niet alleen oorlog tegen niet-islamitische volkeren, die tot slaaf dienden te worden gemaakt, maar ook steeds vaker tegen islamitische volkeren, onder het voorwendsel dat zij geen echte moslims zouden zijn. Dat gebeurde vooral in Afrika en tegen zwarte Afrikanen, zoals toen in 1468 Songhay en daarna in 1552 Mali door de Marokkanen werd overvallen en ook toen in de 18e eeuw religieuze hervormers in de Sahel hun jihad tegen de geïslamiseerde Haussa-steden voerden, waaruit het kalifaat Sokoto ontstond – met het op twee na hoogste aantal slaven na Brazilië en de zuidelijke staten van Amerika. Afrika lijdt tot aan de dag van vandaag aan de gevolgen van deze steeds verder gaande jihad met zijn genociden en massale slavernij.
Voor welke politieke orde echter voerden de moslims hun heilige oorlogen met deze heftigheid en dit succes? Voor de sharia. Een politieke orde die ten eerste streng onderscheid maakt tussen heren en onderworpenen, ten tweede de politieke en sociale orde in hoge mate onttrekt aan de menselijke beschikking. Laten we bij het eerste aspect blijven: in de sharia zijn de moslims de heren, de aanhangers van andere boekreligies – christenen, joden, Zoroastristen, boeddhisten – onderworpenen, ”dhimmi’s”; daarbij ging het niet om religieuze minderheden, maar om enorme meerderheden, vooral in Syrië, in Anatolië of om de christenen van Noord-Afrika.
De onderworpenen mochten geen wapens dragen, ze waren niet in staat zich te verdedigen en dus geen volwaardige mannen. Christenen en joden moesten speciale kleuren of kledingstukken dragen (deze discriminatie leidde tot de Jodenster) om als ”dhimmi” herkenbaar te zijn; ze mochten niet op paarden rijden, maar alleen op ezels, opdat ze constant werden herinnerd aan hun vernedering; ze betaalden een persoonlijk tribuut (jizya), waarbij ze een klap op hun hoofd kregen. Ze moesten zich door moslims laten slaan zonder zich te mogen verdedigen; sloeg een ”dhimmi” terug, dan werd zijn hand afgehakt of hij werd terechtgesteld. De getuigenis van een ”dhimmi” gold niet tegen moslims; deze kregen voor een misdaad tegen een ”dhimmi”slechts de halve straf; en vanwege zo’n onderworpene konden ze niet worden terechtgesteld. Omgekeerd waren de meest gruwelijke soorten terechtstellingen voorbehouden aan de ”dhimmi”.
Zelfs de discriminatie van de joden, waartoe vierhonderd jaar na de islam de westerse kerk op het vierde Lateraans concilie in 1215 overging en die zo barbaars aandoet, beoogde en bereikte niet zo’n vernedering in die orde van grootte. Een bijzondere pijniging bracht de Turkse heerschappij: sinds 1360 werd met regelmatige tussenpozen tot een vijfde deel van alle christelijke kinderen tot slaaf gemaakt. Ze werden gedwongen bekeerd.
De hoeveelheid slaven is in de loop van vier eeuwen waarschijnlijk opgelopen tot miljoenen; daarvan werden honderdduizenden uitgekozen jongens tot fanatieke moslims en elitestrijders opgevoed, tot de beruchte Janitsaren: een politiek tot systematische vermeerdering van de islamitische bevolking en tot langzame vernietiging van de christenen. Deze had succes. De ”dhimmitude” verplaatste de niet-moslim in een radicale ”andersheid”: om de mensen in deze toestand ”tweederangs burgers” te noemen is mooipraterij. Net zoals het nationaalsocialisme de mensen op racistische basis splitste in ”Herren- en Untermenschen”, zo heeft de sharia dit op religieuze basis gedaan. Als eerste wereldreligie creëerde de islam een apartheid, waarin de christelijke of ook de Zoroastrische meerderheden gekoloniseerd en langzamerhand geïslamiseerd werden. Islamitische tolerantie betekent: het dulden van de onderworpenen als gedeemoedigden en vernederden. Dat is allemaal bekend door studies over de ”dhimmitude”. Maar wie wil horen over de miljoenen slachtoffers?
De islam heeft enorme territoria religieus ”gezuiverd”: de tweede kalief maakte de Hidjaz, dus Arabië zonder Jemen, ”christenrein” en “jodenrein”; het alternatief was bekering of verdrijving. Dat heeft – afgezien van Oudtestamentische gevallen – nog nooit een religie gedaan. Op dezelfde manier ”reinigden” de Almohaden en de Almoraviden hun Spanje na de ineenstorting van het kalifaat in 1031: tienduizenden joden en christenen moesten zich of bekeren of vluchten naar het christelijke Noord-Spanje of naar de Levant. Zeker, Engelse en Franse koningen en daarna de koningen van Spanje zelf deden later hetzelfde; ze gebruikten daarbij een islamitisch recept.
En de pogroms? Sinds kalief Al-Muttawakkil (847 – 861) gutsten er steeds opnieuw vervolgingen over de Oriënt en Noord-Afrika, waarbij joden en christenen gedwongen bekeerd, verdreven of afgeslacht werden. De constante verwoesting van kerken ging door tot in de voorlaatste eeuw. Langzamerhand verlopen op het geromantiseerde beeld van het islamitische Spanje, dat het Europese anti-imperialisme in de 19e eeuw heeft geschapen, de bloemige kleuren. Zorgvuldige verwerking van de documenten brengen hieronder een ander beeld aan het licht. Daar kwam het in 889 in Elvira en in 891 in Sevilla tot omvangrijke pogroms tegen christenen. In het Marokkaanse Fez werden in 1033 meer dan 6000 joden afgeslacht. In 1058 werd het christelijke Antiochië met martelingen en doodsbedreigingen islamitisch gemaakt.
De eerste grote pogrom tegen joden op Europese bodem vond in 1066 in het islamitische Granada plaats; daarbij kwamen 1500 joodse families om het leven. In 1135 werd de joodse wijk van Córdoba in de as gelegd, het is beter om het aantal doden maar niet te weten. In 1159 stonden alle christenen in Tunis voor de keuze om zich te bekeren of te sterven. Rond deze tijd werd het ooit zo vitale christendom in Noord-Afrika volledig vernietigd. De pogroms in het christelijke heerschappijgebied zijn geen roemvolle bladzijde van de Europese cultuur; maar ze zijn niet te vergelijken met die in de islamitische wereld. We hebben dringend een vergelijkende historie van religieuze onderdrukking nodig.
Praten we over de integratie van de joden? Nergens onder de heerschappij van de islam, ook niet in het Spaanse kalifaat, waren joden burgers van hun stad; ze bleven altijd onderworpenen. In menig Duitse stad – Worms, Augsburg en andere – in de bloeitijd van de Middeleeuwen hadden de joodse stadsburgers bijzondere rechten. Ze hadden het recht wapens te dragen en waren welgestelder dan armere christelijke inwoners. Ze waren tot in de 14e eeuw, toen hun situatie verslechterde, veel beter geïntegreerd dan de joden in het islamitische Spanje het ooit konden zijn. Wie de politieke integratie als het belangrijkste beschouwt, komt er niet omheen Augsburg boven Córdoba te plaatsen. Dat is allemaal al meer dan vijftien jaar wetenschappelijk bekend. Maar wie wil het horen?
Zijn historie niet te kennen betekent dat je deze moet herhalen. Wie nog steeds het sprookje van de islamitische tolerantie verspreidt, hindert die islamitische intellectuelen die serieus werken aan een hervorming van de islam, die in de 19e eeuw zo veelbelovend begon. Want hij berooft ze van een kans een verleden te overwinnen dat anders een afschuwelijke tegenwoordige tijd dreigt te worden. Als het de hervormers zou lukken om de islam radicaal te depolitiseren, dan zouden de moslims echte burgers in hun staten kunnen worden. Overblijven zou die hoogst spirituele religie, die niet alleen Goethe heeft gefascineerd: Hegel noemde de islam de ”religie der verhevenheid”. Dat zou hij kunnen worden.
LINK: http://www.faz.net/s/Rub475F682E3FC24868A8A5276D4FB916D7/Doc~E2671621C1A9B4E51A70E106F774BB376~ATpl~Ecommon~Scontent.html
Bron: www.faz.net
Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
29 mei 2009
Joanie de Rijke bedankt haar verkrachters
Tekenend voor het morele verval van de elite
Lees het verslag bij de Pers.
Evenzo lijdt de Nederlandse 'voorhoede' aan het Stockholmsyndroom'.
Joanie is haar trauma nog aan het verwerken, dus misschien moeten we het haar niet al te kwalijk nemen. Misschien had Geert Wilders daar even rekening mee moeten houden. Verder was het wel een mooi voorbeeld van wat er aan de hand is en het laat zien dat Nederland dus ook nog bezig is om een trauma te verwerken. We hadden immers nooit gedacht dat de multiculturele verrijking zo'n grote deceptie zou blijken te zijn.
Het begrip cognitieve dissonantie kan hier ook van toepassing zijn.
update: Verkrachting met een kopje thee is halal --- de vrouw als menselijke geit
.
Lees het verslag bij de Pers.
Evenzo lijdt de Nederlandse 'voorhoede' aan het Stockholmsyndroom'.
Joanie is haar trauma nog aan het verwerken, dus misschien moeten we het haar niet al te kwalijk nemen. Misschien had Geert Wilders daar even rekening mee moeten houden. Verder was het wel een mooi voorbeeld van wat er aan de hand is en het laat zien dat Nederland dus ook nog bezig is om een trauma te verwerken. We hadden immers nooit gedacht dat de multiculturele verrijking zo'n grote deceptie zou blijken te zijn.
Het begrip cognitieve dissonantie kan hier ook van toepassing zijn.
update: Verkrachting met een kopje thee is halal --- de vrouw als menselijke geit
.
28 mei 2009
Nederlandse journaliste door Taliban verkracht: ze vond het best lekker en wil nog een keer.
Emotionele clash met Wilders
DEN HAAG - Vrijwel de gehele Tweede Kamer viel donderdag tijdens het Verantwoordingsdag over PVV-leider Geert Wilders heen. Vooral GroenLinks-leider Femke Halsema en D66-leider Alexander Pechtold reageerden emotioneel of fel.
Wilders begon zijn betoog door zijn onthutsing uit te spreken over de Nederlandse journaliste Joanie de Rijke die door de Taliban in Afghanistan is verkracht, maar volgens Wilders begrip heeft getoond voor haar verkrachters.
Telegraaf
hoertje? of beetje dom.
.
DEN HAAG - Vrijwel de gehele Tweede Kamer viel donderdag tijdens het Verantwoordingsdag over PVV-leider Geert Wilders heen. Vooral GroenLinks-leider Femke Halsema en D66-leider Alexander Pechtold reageerden emotioneel of fel.
Wilders begon zijn betoog door zijn onthutsing uit te spreken over de Nederlandse journaliste Joanie de Rijke die door de Taliban in Afghanistan is verkracht, maar volgens Wilders begrip heeft getoond voor haar verkrachters.
Telegraaf
hoertje? of beetje dom.
.
Himmler bewonderde islam
Heinrich Himmler, de leider van de SS en verantwoordelijk voor de dood van zes miljoen joden en tegenstanders van de nazi's, had grote bewondering voor de islam. Dat stelt de Nederlandse onderzoeksjournalist Emerson Vermaat op de site Militant Islam Monitor.
kijk hier.
.
kijk hier.
.
27 mei 2009
Eurabia Has a Capital: Rotterdam
By Diana West
Via Sandro Magister’s Chiesa, a website that reports on the Catholic Church and Islamic matters, a horrifying travelogue through the Islamicized, sharia-compliant heart of islam’s European capital, Rotterdam.
The article was first printed in the Italian newspaper Il Foglio on May 14, Magister notes, the second in a major seven-part survey on Holland. He also points out it was written by Giulio Meotti, who also writes for the Wall Street Journal. I’m not holding my breath waiting for the WSJ reprint.
Article here
.
Via Sandro Magister’s Chiesa, a website that reports on the Catholic Church and Islamic matters, a horrifying travelogue through the Islamicized, sharia-compliant heart of islam’s European capital, Rotterdam.
The article was first printed in the Italian newspaper Il Foglio on May 14, Magister notes, the second in a major seven-part survey on Holland. He also points out it was written by Giulio Meotti, who also writes for the Wall Street Journal. I’m not holding my breath waiting for the WSJ reprint.
Article here
.
24 mei 2009
Piraten willen in Nederland blijven
Westerse cultuur superieur aan islam
In de Volkskrant:
Een van die sprekers was sjeik Khalid Yasin. Hij gelooft dat de islam de macht in het Westen zal overnemen .. De islam is volgens Yasin namelijk een superieur systeem van denken, geloven en leven dat niet voor niets in het Westen is neergestreken ..
Op het Nationaal Islam Congres confereerden orthodoxe islamieten die willen dat het Westen zich onderwerpt, vinden dat integreren een zwaktebod is, die de democratie als een inferieur systeem beschouwen en de sharia in Nederland willen invoeren ..
Lees hier het artikel.
En doe es even hier kijken: pvv
.
Een van die sprekers was sjeik Khalid Yasin. Hij gelooft dat de islam de macht in het Westen zal overnemen .. De islam is volgens Yasin namelijk een superieur systeem van denken, geloven en leven dat niet voor niets in het Westen is neergestreken ..
Op het Nationaal Islam Congres confereerden orthodoxe islamieten die willen dat het Westen zich onderwerpt, vinden dat integreren een zwaktebod is, die de democratie als een inferieur systeem beschouwen en de sharia in Nederland willen invoeren ..
Lees hier het artikel.
En doe es even hier kijken: pvv
.
15 mei 2009
Geen goed nieuws
Laat je niks wijs maken. Je hoort de deskundigen nu het voorzichtig herstel van de economie aankondigen. Het zal misschien wel even een beetje beter gaan. In tegenstelling tot de werklozen, merken mensen met een baan er nog steeds weinig van. De beursen kruipen weer langzaam omhoog. Zelfs de benzine wordt weer duurder en dat zou een goed teken moeten zijn. Maar alle goede tekenen ten spijt; weest op Uw hoede!
Omdat er nu zo enorm veel nieuw geld uit het niets is gecreerd, met de bedoeling om gaten te vullen die ook zijn ontstaan vanwege geldcreatie uit het niets, zal de uiteindelijke totale ineenstorting van het financiele systeem niet lang meer op zich laten wachten.
Voorspellinkje: pakweg oktober 2009 stort de wereldeconomie definitief in. Het komt daarna nooit meer goed. Wie zich hierop mentaal voorbereidt maakt een kans te overleven.
Velen zullen sterven, dit jaar nog.
.
Omdat er nu zo enorm veel nieuw geld uit het niets is gecreerd, met de bedoeling om gaten te vullen die ook zijn ontstaan vanwege geldcreatie uit het niets, zal de uiteindelijke totale ineenstorting van het financiele systeem niet lang meer op zich laten wachten.
Voorspellinkje: pakweg oktober 2009 stort de wereldeconomie definitief in. Het komt daarna nooit meer goed. Wie zich hierop mentaal voorbereidt maakt een kans te overleven.
Velen zullen sterven, dit jaar nog.
.
10 mei 2009
Geil: miss-verkiezing in Saudi Arabië.
By boilingpoints
burkaLandgenoten… Afgezien van het feit dat dit one-issue blog volledig gluten-vrij is, komen er vage berichten uit Saudi Arabië. Men organiseert daar namelijk miss verkiezingen:
‘De knapste deelnemer is dit keer niet per definitie de winnaar van de missverkiezing. Het gaat bij de wedstrijd in Saudi-Arabië om de islamitische moraal van de miss’.
.
9 mei 2009
'Straatjeugd Oud-Zuid zwaar crimineel; hulp kansloos'
De enorme hulpverlening voor straatjongeren in de Diamantbuurt in Amsterdam Oud-Zuid is totaal 'kansloos'. De politie ziet jonge criminelen steeds zwaardere misdrijven plegen en pleit voor een harde aanpak.
‘Jongens die vorig jaar nog op straat hingen, plegen nu in het hele land gewapende overvallen en bedrijfsinbraken,’ zegt commissaris Leen Schaap vandaag tegen de Amsterdamse stadskrant Het Parool.
ga maar verder lezen.
postcode loterij
K.B. Wolf 9 mei 2009
Hij is weer gevallen, de Postcodeloterij. Jammer genoeg niet in de WC-pot, want dan had ik haar meteen doorgetrokken.
Meer postcodeleed hier: achterlijke wereld.
.
5 mei 2009
5 mei, oranje rok
We blijven nog even als doorgeefluik van artikeltjes op Het Vrije Volk fungeren:
Mis de oranje Louka niet.
.
4 mei 2009
Hoeveel islam verdraagt een vrije beschaving?
E.J. Bron 29 april 2009
Overal daar waar zich grote aantallen moslims hebben gevestigd zijn problemen. Deze zijn vaak van dezelfde aard.
Wat de islam niet is: de islam is noch een religie noch een sekte. Hij is een compleet systeem.
De islam omvat religieuze, politieke, economische en militaire componenten. De religieuze component speelt daarbij de belangrijkste rol.
Een islamisering vindt dan plaats, wanneer een voldoende aantal moslims in een land zogenaamde ”religieuze rechten” eist.
Wanneer samenlevingen waarin politieke correctheid en ”tolerantie” vaste voet hebben gekregen, waarin wordt ingegaan op ”verstandige” islamitische eisen in het kader van de godsdienstvrijheid, zijn de andere componenten niet meer belangrijk. En zo functioneert dat:
Zolang de islamitische bevolking tot ongeveer 1% van de totale bevolking van een land uitmaakt, zal men de moslims als vreedzame minderheid zien die voor niemand een bedreiging vormt. Daadwerkelijk worden de moslims dan zelfs in vele artikelen en films in het algemeen als culturele verrijking gevierd.
Verenigde Staten – moslims 1,0%
Australië – 1,5%
Canada – moslims 1,9%
China – moslims 1-2%
Italië – moslims 1,5%
Noorwegen – moslims 1,8%
Bij ongeveer 2-3% proberen ze andere etnische minderheden en ontevreden randgroeperingen voor zich te winnen en deze juist in gevangenissen en jeugdbendes voor hun zaak te rekruteren.
Denemarken – moslims 2%
Duitsland – moslims 3,7%
Engeland – moslims 2,7%
Spanje – moslims 4%
Thailand – moslims 4,6%
Bij een sterkte van ongeveer 5% oefenen ze een buitenproportionele invloed, gemeten naar hun bevolkingsaantal, op de samenleving uit.
Ze zullen halal voedingsmiddelen (”rein” volgens islamitische richtlijn) eisen, wat wederom banen voor moslims in deze voedingsmiddelen productie veiligstelt.
Ze zullen supermarktketens onder druk zetten om deze voedingsmiddelen in hun schappen te zetten, samengaand met de gebruikelijke bedreigingen wanneer hier niet aan wordt voldaan (V.S.)
Frankrijk – moslims 8%
Filippijnen – moslims 5%
Zweden – moslims 5%
Zwitserland – moslims 4,3%
Nederland – moslims 5,5%
Trinidad&Tobago – moslims 5,8%
Vanaf dit punt zullen ze proberen de politieke leiding ertoe te brengen om voor moslims de sharia, de islamitische wetgeving, toe te staan. Het uiteindelijke doel is niet de wereld tot de islam te bekeren, maar om de sharia wereldwijd in te voeren.
Als de moslims tot ongeveer 10% van de totale bevolking uitmaken, zullen ze, door de wetten van de gastlanden niet in acht te nemen, tegen de omstandigheden waarin ze leven ”protesteren” (rellen in Parijs). Iedere actie die de islam beledigt wordt met bedreigingen en rellen beantwoord (Mohammed-cartoons).
Guyana – moslims 10%
India – moslims 13,4%
Israël – moslims 16%
Kenia – moslims 10%
Rusland – moslims 10-15%
Als de 10% grens bereikt is, worden zelfs onbeduidende voorvallen misbruikt om op te roepen tot onlusten, militaire Jihad-acties, sporadische moorden alsmede het in brand steken van kerken en synagogen (Ethiopië – moslims 32,8%).
Bij ongeveer 40% kan men rekenen op uitgebreide slachtingen, aanhoudende terreuraanvallen en voortdurende militaire oorlogsvoering.
Bosnië – moslims 40%
Tsjaad – moslims 53,1%
Libanon – moslims 59,7%
Vanaf ongeveer 60% kan men de onbeperkte vervolging van atheïsten en aanhangers van andere religies zien, alsmede sporadische ”etnische zuiveringen” (genocide), de invoering van de sharia als wapen en de jizya, de zogenaamde dhimmibelasting die van de ”ongelovigen” wordt verlangd.
Albanië – moslims 70%
Maleisië – moslims 60,4%
Qatar – moslims 77,5%
Soedan – moslims 70%
Bij meer dan 80% islamitische bevolking kunnen we een land verwachten dat etnische zuiveringen en genocide doorvoert.
Bangladesh – moslims 83%
Egypte – moslims 90%
Gaza – moslims 98,7%
Indonesië – moslims 86,1%
Iran – moslims 98%
Irak – moslims 97%
Jordanië – moslims 92%
Marokko – moslims 98,7%
Pakistan – moslims 97%
Palestina – moslims 99%
Syrië – moslims 90%
Tadzjikistan – moslims 90%
Turkije – moslims 99,8%
Verenigde Arabische Emiraten – moslims 96%
100% Islamitische bevolking leidt tot de vrede van het ”Dar es Salaam”, van het islamitische Huis van de Vrede. Deze vrede heeft één enkele betekenis: Allen zijn moslim.
Afghanistan – moslims 100%
Saoedi-Arabië – moslims 100%
Somalië – moslims 100%
Jemen – moslims 99,9%
Natuurlijk mist hier nog iets: om hun bloeddorst te lessen, zullen moslims om een heleboel verschillende redenen dan gewoon andere moslims doden.
”Voordat ik negen jaar oud was had ik de basiselementen van de Arabische levensinstelling verinnerlijkt. Het betekende ik tegen mijn broer; ik en mijn broer tegen mijn vader; mijn gezin tegen mijn neven en de familie; de familie tegen de stam; en de stam tegen de wereld – en wij allen tegen de ongelovigen.” (Leon Uris: ”The Haj”)
Het is goed om in de gaten te houden dat de islamitische bevolking zich in talrijke landen, zoals Frankrijk, in getto’s met een gemeenschappelijke culturele achtergrond centreert. Moslims integreren niet in de maatschappij als geheel. Daarom kunnen ze meer invloed uitoefenen dan hun percentage van het bevolkingsaantal zou doen vermoeden.
LINK (Engels origineel): http://www.virtueonline.org/portal/modules/news/article.php?storyid=8845
Bron: www.gegenstimme.net
Bovenstaand artikel werd uit het Duits vertaald door:
E.J. Bron
-------------------------------------------
Rotterdam, onze voorloper.
Overal daar waar zich grote aantallen moslims hebben gevestigd zijn problemen. Deze zijn vaak van dezelfde aard.
Wat de islam niet is: de islam is noch een religie noch een sekte. Hij is een compleet systeem.
De islam omvat religieuze, politieke, economische en militaire componenten. De religieuze component speelt daarbij de belangrijkste rol.
Een islamisering vindt dan plaats, wanneer een voldoende aantal moslims in een land zogenaamde ”religieuze rechten” eist.
Wanneer samenlevingen waarin politieke correctheid en ”tolerantie” vaste voet hebben gekregen, waarin wordt ingegaan op ”verstandige” islamitische eisen in het kader van de godsdienstvrijheid, zijn de andere componenten niet meer belangrijk. En zo functioneert dat:
Zolang de islamitische bevolking tot ongeveer 1% van de totale bevolking van een land uitmaakt, zal men de moslims als vreedzame minderheid zien die voor niemand een bedreiging vormt. Daadwerkelijk worden de moslims dan zelfs in vele artikelen en films in het algemeen als culturele verrijking gevierd.
Verenigde Staten – moslims 1,0%
Australië – 1,5%
Canada – moslims 1,9%
China – moslims 1-2%
Italië – moslims 1,5%
Noorwegen – moslims 1,8%
Bij ongeveer 2-3% proberen ze andere etnische minderheden en ontevreden randgroeperingen voor zich te winnen en deze juist in gevangenissen en jeugdbendes voor hun zaak te rekruteren.
Denemarken – moslims 2%
Duitsland – moslims 3,7%
Engeland – moslims 2,7%
Spanje – moslims 4%
Thailand – moslims 4,6%
Bij een sterkte van ongeveer 5% oefenen ze een buitenproportionele invloed, gemeten naar hun bevolkingsaantal, op de samenleving uit.
Ze zullen halal voedingsmiddelen (”rein” volgens islamitische richtlijn) eisen, wat wederom banen voor moslims in deze voedingsmiddelen productie veiligstelt.
Ze zullen supermarktketens onder druk zetten om deze voedingsmiddelen in hun schappen te zetten, samengaand met de gebruikelijke bedreigingen wanneer hier niet aan wordt voldaan (V.S.)
Frankrijk – moslims 8%
Filippijnen – moslims 5%
Zweden – moslims 5%
Zwitserland – moslims 4,3%
Nederland – moslims 5,5%
Trinidad&Tobago – moslims 5,8%
Vanaf dit punt zullen ze proberen de politieke leiding ertoe te brengen om voor moslims de sharia, de islamitische wetgeving, toe te staan. Het uiteindelijke doel is niet de wereld tot de islam te bekeren, maar om de sharia wereldwijd in te voeren.
Als de moslims tot ongeveer 10% van de totale bevolking uitmaken, zullen ze, door de wetten van de gastlanden niet in acht te nemen, tegen de omstandigheden waarin ze leven ”protesteren” (rellen in Parijs). Iedere actie die de islam beledigt wordt met bedreigingen en rellen beantwoord (Mohammed-cartoons).
Guyana – moslims 10%
India – moslims 13,4%
Israël – moslims 16%
Kenia – moslims 10%
Rusland – moslims 10-15%
Als de 10% grens bereikt is, worden zelfs onbeduidende voorvallen misbruikt om op te roepen tot onlusten, militaire Jihad-acties, sporadische moorden alsmede het in brand steken van kerken en synagogen (Ethiopië – moslims 32,8%).
Bij ongeveer 40% kan men rekenen op uitgebreide slachtingen, aanhoudende terreuraanvallen en voortdurende militaire oorlogsvoering.
Bosnië – moslims 40%
Tsjaad – moslims 53,1%
Libanon – moslims 59,7%
Vanaf ongeveer 60% kan men de onbeperkte vervolging van atheïsten en aanhangers van andere religies zien, alsmede sporadische ”etnische zuiveringen” (genocide), de invoering van de sharia als wapen en de jizya, de zogenaamde dhimmibelasting die van de ”ongelovigen” wordt verlangd.
Albanië – moslims 70%
Maleisië – moslims 60,4%
Qatar – moslims 77,5%
Soedan – moslims 70%
Bij meer dan 80% islamitische bevolking kunnen we een land verwachten dat etnische zuiveringen en genocide doorvoert.
Bangladesh – moslims 83%
Egypte – moslims 90%
Gaza – moslims 98,7%
Indonesië – moslims 86,1%
Iran – moslims 98%
Irak – moslims 97%
Jordanië – moslims 92%
Marokko – moslims 98,7%
Pakistan – moslims 97%
Palestina – moslims 99%
Syrië – moslims 90%
Tadzjikistan – moslims 90%
Turkije – moslims 99,8%
Verenigde Arabische Emiraten – moslims 96%
100% Islamitische bevolking leidt tot de vrede van het ”Dar es Salaam”, van het islamitische Huis van de Vrede. Deze vrede heeft één enkele betekenis: Allen zijn moslim.
Afghanistan – moslims 100%
Saoedi-Arabië – moslims 100%
Somalië – moslims 100%
Jemen – moslims 99,9%
Natuurlijk mist hier nog iets: om hun bloeddorst te lessen, zullen moslims om een heleboel verschillende redenen dan gewoon andere moslims doden.
”Voordat ik negen jaar oud was had ik de basiselementen van de Arabische levensinstelling verinnerlijkt. Het betekende ik tegen mijn broer; ik en mijn broer tegen mijn vader; mijn gezin tegen mijn neven en de familie; de familie tegen de stam; en de stam tegen de wereld – en wij allen tegen de ongelovigen.” (Leon Uris: ”The Haj”)
Het is goed om in de gaten te houden dat de islamitische bevolking zich in talrijke landen, zoals Frankrijk, in getto’s met een gemeenschappelijke culturele achtergrond centreert. Moslims integreren niet in de maatschappij als geheel. Daarom kunnen ze meer invloed uitoefenen dan hun percentage van het bevolkingsaantal zou doen vermoeden.
LINK (Engels origineel): http://www.virtueonline.org/portal/modules/news/article.php?storyid=8845
Bron: www.gegenstimme.net
Bovenstaand artikel werd uit het Duits vertaald door:
E.J. Bron
-------------------------------------------
Rotterdam, onze voorloper.
2 mei 2009
Demografie
Onderneem actie:
(niet al te letterlijk nemen dus)
Misschien wordt het dan toch tijd voor de oplossing: Kom d'r maar in, breekie.. breekie.
Stan de Jong inventariseert.
AFBREKEN DIE VUILIGHEID !
(en opzouten die kankerislamieten!)
Doe 'ns lezen: http://www.uitkijk.net/docs/De%20Ondergang%20van%20Nederland.pdf
.
Britse luchtvaartmaatschappij ”delete” Israël
Op Het Vrije Volk:
Dezelfde Britse luchtvaartmaatschappij BMI (British Midlands), die ook al een stewardess op staande voet ontsloeg omdat zij tijdens haar onvrijwillige inzet op langeafstandsvluchten naar Saoedi-Arabië geen abaya wilde dragen, heeft uit dezelfde ”respectoverweging” Israël van de elektronische landkaart verwijderd die de passagiers tijdens vluchten van Londen naar Tel Aviv in Israël werd getoond.
Lees verder
.
Dezelfde Britse luchtvaartmaatschappij BMI (British Midlands), die ook al een stewardess op staande voet ontsloeg omdat zij tijdens haar onvrijwillige inzet op langeafstandsvluchten naar Saoedi-Arabië geen abaya wilde dragen, heeft uit dezelfde ”respectoverweging” Israël van de elektronische landkaart verwijderd die de passagiers tijdens vluchten van Londen naar Tel Aviv in Israël werd getoond.
Lees verder
.
Abonneren op:
Posts (Atom)