woensdag 20 september 2006
De Hongaarse politie gebruikte maandagavond traangas en het waterkannon tegen duizenden betogers in de hoofdstad Boedapest. De confrontaties vonden plaats na een protestbijeenkomst die het ontslag eiste van premier Ferenc Gyurcsany nadat deze toegaf dat zijn regering bij de vorige nationale verkiezingen in april had gelogen. Er waren kleinere acties en betogingen in andere steden. Toen de betogers geen petitie mochten overhandigen aan de openbare televisie, werd het gebouw bestormd door jongeren. Er vielen enkele honderden gewonden.
Niall Mulholland voor www.socialistworld.net
De betogers waren woedend nadat een toespraak van de premier tegenover leden van zijn ‘Socialistische’ Partij enkele weken na de verkiezingen van april bekend werd. Een band met de toespraak werd gelekt aan de Hongaarse radio en werd zondag publiek gemaakt. Op de meeting van 26 mei, een maand nadat de regering 210 van de 386 zetels won, stelde Gyurcsany dat harde economische ‘hervormingen’ nodig zijn. “Er is weinig keuze. Er is geen keuze omdat wij er een zootje van hebben gemaakt. En nog geen klein beetje. Geen enkel Europees land heeft zoiets stoms gedaan als wij. Ik ging er bijna aan onderdoor toen ik anderhalf jaar lang moest doen alsof we regeerden. In plaats daarvan logen we de hele dag door.”
Gyurcsany bedankte de “goddelijke voorzienigheid, de overvloed aan geld in de wereldeconomie en honderden trucs” die de Hongaarse economie rechthielden.
De meest politiek bewuste arbeiders en jongeren weten dat kapitalistische politici zoals Gyurcsany routineus liegen. Ze “liegen ’s ochtends en ’s avonds” om de premiers cynische woorden te gebruiken. Het feit dat dit werd toegegeven in een toespraak van de premier is echter wel opvallend. Het maakt aan het publiek duidelijk met welke arrogantie de heersende elite neerkijkt op de werkende bevolking.
Het bekendmaken van deze toespraak leidde onmiddellijk tot protestacties. Er waren voor deze week reeds betogingen gepland tegen de besparingen van de regering. Gyurcsany wil het begrotingstekort terugdringen tot 10,1% van het BNP en kondigde een reeks onpopulaire maatregelen aan waarbij onder meer de werklozen worden aangepakt, de prijzen voor de gezondheidsdienst zouden stijgen en ook de inschrijvingsgelden aan de universiteiten zouden omhoog gaan. Voor veel Hongaren was het bekend worden van de uitspraken van de premier de druppel die de emmer deed overlopen.
Volgens BBC Online zouden bepaalde commentatoren “suggereren dat het lek er kwam met toelating van de premier die nadien een een uitgetypte versie van het gesprek op zijn eigen webblog publiceerde.” De BBC denkt dat Gyurcsany de noodzaak van “harde hervormingen” wou benadrukken voor de verkiezingen van 1 oktober. Bepaalde analisten denken dat de premier zijn vastberaden houding wou aantonen.
In dat geval is de taktiek van Gyurcsany als een boomerang terug in zijn gezicht terecht gekomen. De enorme woede tegen zijn arrogante opmerkingen, zorgde ervoor dat hij zondag op televisie moest verklaren dat de leugens van de politici in het algemeen komen.
Veel leugens
Ten tijde van de val van het oude stalinistische regime werden de Hongaren door pro-kapitalistische politici en Westerse regeringen wijs gemaakt dat een markteconomie de levensstandaard voor de meerderheid van de bevolking zou verbeteren. Na meer dan een decennium van kapitalistisch beleid, is het geproduceerde BNP per inwoner gedaald tot 10.030 dollar per jaar (cijfers van de Wereldbank in 2006). De werkloosheid is erg hoog opgelopen en de sociale zekerheid ging onder het mes. Na de verkiezingsoverwinning van de ‘socialisten’ (de misnoemde partij die voortkwam uit een deel van de oude heersende communistische partij) in april, werden zware besparingsmaatregelen aangekondigd door Gyurcsany. De steun voor de regering nam zienderogen af.
Voor de heersende elite was het afgelopen decennium van kapitalisme bijzonder interessant en winstgevend. Gyurcsany is een typische vertegenwoordiger van het meedogenloze establishment. Als voormalige leider van de communistische jongerenbeweging in de jaren 1980, werd hij nadien - zoals velen in leidinggevende kringen - een miljonair door het opkopen van staatsbezittingen tijdens de eerste jaren van privatiseringen. Deze grote dief van piblieke middelen maakte zijn 'entree' in de politiek in 2002 als "strategisch adviseur" van de voormalige premier. Na een ruzie binnen de "liberale" coalitiepartner van de Socialistische Partij, volgde Ferenc Gyurcsany de vroegere premier Peter Medyessy op bij een herschikking van de regering. Nadat hij werd herverkozen in 2006, maakte Gyurcsany plannen bekend om een zware aanval door te voeren in de openbare diensten en om de belastingen op te trekken als voorbereiding op lidmaatschap van de eurozone in 2010. De Hongaarse regering werd daarbij door het westen voorgesteld als een "model", een 'Blairistisch' Oost-Europees regime.
Op dit ogenblik is het niet duidelijk of de protestacties tegen de regering zullen blijven aanhouden of toenemen. De regering zal er alles aan doen om de situatie onder controle te krijgen. Het wil alle belangrijke partijen verenigen in een "verenigd front" dat oproept tot "orde en tucht", terwijl de regering gewoon zal verdergaan met haar aanvallen op de levensstandaard. De premier waarschuwde dat hij repressief zou optreden tegen ieder verder straatprotest.
Maar de acties kunnen groter worden en opkomen voor het ontslag van de regering en het einde van het besparingsbeleid. Dat zou de regering en de heersende elite in een moeilijk parket brengen.
Zelfs indien er een pauze komt in de acties, zal dit slechts tijdelijk zijn. De arbeiders en jongeren zullen zich moeten verzetten tegen het besparingsbeleid en de neoliberale politiek. Daarbij zal er geen echt alternatief gevonden worden in de oppositiepartij Fidesz. Die partij loopt nu voor op de regeringspartijen in de peilingen, maar het is een rechtse oppositiepartij. De partij stelde dat het zou oproepen tot een boycot van het parlement en het wil dat de premier aftreedt. Deze partij staat echter voor een kapitalistisch beleid en het zou niet fundamenteel anders zijn dan de huidige regering indien het aan de macht zou komen.
De acties van de voorbije dagen deed heel wat arbeiders en jongeren vergelijkingen maken met de opstand tegen het stalinistische bewind in oktober 1956. "Sinds 1956 gebeurde er niets meer", stelde een jonge actievoerder aan het persbureau Reuters. De recente acties aan de staatstelevisie deden denken aan de opstand in 1956, toen studenten de belangrijkste radiozender van Boedapest belegerden om te eisen dat de verzuchtingen van de studenten aan bod zouden komen op de radio. Commentatoren verwijzen ook naar de woelige periode vlak voor de val van het stalinisme eind jaren 1980. De heersende elite heeft geprobeerd om de opstand van 1956 uit te buiten voor haar eigen belangen, maar ze zou daarmee wel eens meer kunnen hebben losgemaakt dan verhoopt.
1956
Ongetwijfeld zullen veel jonge Hongaarse arbeiders en studenten uitkijken naar de gebeurtenissen van 1956 op de 50ste verjaardag van die revolutie. Het is van enorm belang dat de nieuwe generatie het heroïsche voorbeeld van de arbeiders en jongeren uit 1956 kent. Toen werd gevochten tegen de rotte elite en voor een arbeidersalternatief op de problemen van de samenleving.
In de periode na de Tweede Wereldoorlog kwam Hongarije onder een stalinistisch bewind. Het kapitalisme en het grootgrondbezit werden afgeschaft. De geplande economie zorgde voor een aantal belangrijke sociale voordelen voor de arbeiders, maar er was nooit een echte arbeidersdemocratie. De samenleving werd geleid door een kleine toplaag, een bureaucratische elite. In 1956 was er een opstand van de arbeiders die zelf de macht wilden grijpen om de heersende parasiterende elite omver te werpen. Die revolutie werd brutaal neergeslaan door Russische troepen.
Na de stalinistische onderdrukking van de beweging, probeerde de heersende elite om elementen van een markteconomie door te voeren om haar heerschappij te stabiliseren en de economie vooruit te brengen. Nochtans had enkel een echte arbeiderscontrole en arbeidersbeheer van de geplande economie kunnen zorgen voor een verbetering van de levenssituatie van de arbeiders. Tegen de jaren 1980 stagneerde de Hongaarse economie en stond deze uiteindelijk op instorten. Massale bewegingen doorheen de vroegere stalinistische landen hadden het potentieel om te ontwikkelen tot politieke revoluties, maar door het ontbreken van een revolutionaire socialistische partij met een massale aanhang, slaagden pro-kapitalistische partijen er in om het vacuüm te vullen. Het daarop volgende herinvoeren van het kapitalisme was een ramp voor de arbeiders. Zowat de helft van de bedrijven werd geprivatiseerd in een periode van vier jaar. Dat zorgde voor massale werkloosheid en een scherpe val van de levensstandaard.
Nu worden de Hongaren gevraagd om nogmaals de "noodzakelijke" "bezuinigingsmaatregelen" te slikken om te komen tot een "beter leven". Er is een massaal besparingsprogramma als voorwaarde tot EU-lidmaatschap en een 'eventueel' lidmaatschap van de eurozone. De recente ervaringen van het EU-lidmaatschap van Polen, Tsjechië, Hongarije en andere voormalige stalinistische landen is echter niet bepaald positief voor de meerderheid van de bevolking. Het heeft er geleid tot meer besparingen en het vertrek van heel wat jongeren naar West Europa om daar als goedkope arbeiderskrachten uitgebuit te worden, terwijl de levensvoorwaarden in de Oost-Europese landen miserabel blijven.
De nederlaag van de opstand van 1956, de decennia van stalinistische dictatuur en de ramp van het kapitalistisch herstel zorgen voor een enorme politieke verwarring onder de Hongaarse arbeiders en jongeren. Ultranationalistische en reactionaire gevoelens waren ongetwijfeld sterk aanwezig onder de actievoerders bij de staatstelevisie op 18 september. Volgens de krant 'The Guardian', "riepen bepaalde actievoerders nationalistische slogans en waren er heel wat vlaggen in rood-wit gestreepte 'Arpadische' kleuren, een eeuwenoud Hongaars symbool genoemd naar de stichter van 's lands eerste koninklijke dynastie."
Delen van de heersende elite en de politici proberen het nationalisme te versterken door te wijzen op de slechte behandeling van miljoenen etnische Hongarijen in buurlanden. Daarmee willen ze de problemen in eigen land naar de achtergrond verdrijven.
Het nationalisme en reactionaire opvattingen zullen geen oplossingen bieden voor de moeilijke situatie waarin veel arbeiders zich bevinden. Doorheen massastrijd en het trekken van de lessen uit vroegere arbeidersstrijd, zoals in oktober 1956, zullen de arbeiders en jongeren conclusies moeten trekken en opkomen voor een andere samenleving. Daarbij zal er moeten gebouwd worden aan echte onafhankelijke arbeidersorganisaties zoals strijdbare vakbonden en een politiek alternatief in de vorm van een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma.
Geplaatst door Offensief op woensdag 20 september 2006
Onderwerp(en): Antiracisme, Internationaal