.. Schuilen doe ik bij de HEER.
Hoe kunnen jullie dan zeggen:
‘Vogel, vlieg weg naar de bergen!
2 Zondaars spannen de boog
en leggen hun pijlen al op de pees
om de oprechte in het duister te treffen.
3 Wat kan een rechtvaardige anders doen,
als de grond onder alles wegzinkt?’
4 De HEER in Zijn heilig paleis,
de HEER op Zijn troon in de hemel,
met aandacht beziet Hij
en fronsend keurt Hij
de mensen op aarde.
5 De HEER keurt rechtvaardigen en zondaars.
Wie het geweld liefhebben, haat Hij.
6 Vuur en zwavel stort Hij over hen uit,
storm drinken zij uit de beker die Hij aanreikt.
7 Rechtvaardig is de HEER, Hij heeft rechtvaardigheid lief.
De oprechte zal Zijn gelaat aanschouwen.
.